Het zit er weer op, de paasweek met op Goede Vrijdag, de sterfdag van Christus, de opvoeringen van de ‘Matthäus Passion’ van Johan Sebastian Bach. De voornamen van Bach moeten erbij want ook zijn zoons waren verdienstelijk componist.
Nergens wordt deze passie zo vaak uitgevoerd op Goede Vrijdag als in Nederland, waarom is niet erg duidelijk. Mevrouw Tegendraedt en ik luisteren ook ieder jaar, de laatste jaren vaak naar een heel mooie CD opname. Ook dit jaar was er op de TV een uitvoering in de kerk van Naarden georganiseerd door de Nederlandse Bach Vereniging met als dirigent Jos van Veldhoven, die dit voor de 35ste, tevens laatste keer deed. Drie uur hebben we voor het scherm gezeten, het was prachtig. De instrumentatie was naar vermogen authentiek, de blaasinstrumenten van hout, de partij van de cello, met vier snaren, gespeeld op een viola da gamba (beenviool) met 6 snaren.
Niet dat wij religieus zijn, wij hebben al heel lang geleden afscheid genomen van God, maar daardoor is het verhaal en de muziek voor ons niet minder aangrijpend geworden. Het Christelijk geloof heeft twee millennia gediend als inspiratiebron voor componisten, schilders, schrijvers en architecten. Ik herinner mij dat wij ooit binnen gingen in het kerkje uit de twaalfde eeuw van Sant Pau de Camp in Barcelona waar het vertrouwen in onze Vader van de gelovigen uit die tijd je bespringt, zodat je keel dichtgesnoerd wordt.
Bach houdt zich met zijn tekst aan het evangelie van Matthéüs. Duidelijk is te horen hoe het Joodse volk en hun leiders van Pilatus, de toenmalige Romeinse bestuurder, de dood van de opruier Christus verlangen en wel in de meest afschuwelijke vorm, aan het kruis.
Deze gebeurtenissen worden door velen als oorzaak gezien van eeuwenlange discriminatie van Joden in de christelijke staten culminerend in de onmenselijke Holocaust door de nazi’s onder Hitler. Het feit dat de Joden zich afzonderden met eigen scholen en met Joodse werkgevers met Joodse werknemers heeft ook niet geholpen. Het is trouwens goed om in gedachten te houden dat de dood van Christus de moslims onverschillig laat en dat de haat van de moslims pas is ontstaan na de vestiging van de Joodse staat op Palestijns grondgebied. Dat deze staat, Israel, zich arrogant opstelde en ook nog Palestijns gebied veroverde hielp ook niet.
In het evangelie van Matthéüs is Christus ook duidelijk Jood, hij wordt zelfs aangesproken met Rabbi, de titel van een joodse priester en kort voor zijn dood aan het kruis schreeuwt hij in het hebreeuws Eli, Eli, lama, lama a sabthani, mijn god, mijn god, waarom hebt ge mij verlaten?
Sommige koralen van Bach’s Matthäus Passion zijn heel bekend. Hoewel ik muzikaal onbegaafd ben, kan ik ‘O haupt voll Blut und Wunden’ en het slotkoraal, ‘Wir setzen uns mit Tränen nieder’ a capella zingen. Ook sommige aria’s zijn heel bekend zoals ‘Buss und Reu’ en ‘Erbarme dich mein Gott’ beide geschreven voor de vrouwelijke altstem, maar ook vaak en heel mooi gezongen door een countertenor.
Naast de ‘Matthäus Passion’ wordt in Nederland nu ook de Passie opgevoerd, dit jaar in de Bijlmer. Meer dan drie miljoen Nederlanders hebben ernaar gekeken, wij ook, tien minuten toen hielden we het voor gezien, te sentimenteel, te plat. Maarten van Rossum zei erover in de NRC: een vertoning waarin Jezus liedjes zingt laat ik graag aan mij voorbij gaan. Er worden zelfs stukken tekst van André Hazes gezongen. Ik wens mijn landgenoten niet toe, dat in de toekomst, door de macht van de middelmaat de koralen van Bach worden vervangen door smartlappen type Hazes.
Johannes Tegendraedt