Over verzekering gesproken

Boeken over verzekeringen leggen het ontstaan van verzekeringen in de 17e eeuw voor Christus in Babylonië en noemen als uitvinder ene Hammourabi. De voorwaarden en organisatie lag in handen van het stadsbestuur en heetten daarom Polis, dat is stad.

Het probleem was dat handelswaar op weg per karavaan vaak door rovers werd gestolen, de eigenaar transporteur berooid achterlatend. Door het vaststellen van een premie die het uit ervaring geleerde risico dekte betaalden de transporteurs gezamenlijk de kosten van verlies door beroving en konden de premie optellen bij de kosten van het transport.

Tot op heden gaat het zo, zij het dat het verzekeren een business is geworden.

De levensverzekering is veel jonger. Hij wordt voor het eerst genoemd in het oude Griekenland ongeveer 500 jaar voor Christus. In tegenstelling tot wat de naam doet verwachten biedt een levensverzekering geen zeker leven maar keert uit als je sterft, aan je erfgenamen of aan je schuldeisers. Om aan een levensverzekering te verdienen moet je dus goed kunnen inschatten hoe oud iemand wordt. Maar als je bijvoorbeeld weet dat zwarte mensen ouder worden dan witte mag je daar geen gebruik van maken door de witte meer premie te laten betalen, je mag niet discrimineren heet dat, niet naar huidskleur, en niet naar een heleboel andere dingen.

Verzekeringen worden verkocht door verzekeringsagenten . Zij waren in de tijd dat ze langs de deur gingen om verzekeringen aan te smeren niet populair. In die tijd waren de vrouwen overdag nog thuis. Mevrouw u wilt toch niet dat u van de armen begraven moet worden, en al snel stond er een handtekening onder een begrafenis polis die de opbrengst zeer eenzijdig bij de verzekeraar legde.

De woekerpolissen van deze tijd bewijzen dat er sindsdien weinig veranderd is. Verzekeringsmaatschappijen, vaak zusters of dochters van banken, verkopen levens of vergelijkbare verzekeringen, waarbij de verzekerde niet eens zijn inleg terugkrijgt en de rente gaat geheel naar de aandeelhouders en naar de agenten. De verzekeraars hebben er geen zin in hun handen vuil te maken door zelf dit soort ongunstige verzekeringen aan te smeren, daarvoor gebruiken ze agenten, die daar vorstelijk voor worden beloond. Vaak gaat de hele opbrengst van het eerste jaar naar de agent die ‘up front’ direct na de handtekening van de cliënt door de verzekeraar wordt betaald.

De verzekerden nemen wraak op de verzekeraars door op hun reisverzekering het verlies van een dure zonnebril te claimen die al jaren geleden is weggegooid, ze claimen een verlies aan inkomen dat een andere oorzaak had dan in de verzekering is voorzien en verlangen schadevergoeding voor een verzonnen buikloop in het vakantiehotel. Zij voelen dat niet als bedrog, zij denken meer dat wie kaatst de bal moet verwachten.

De grootste verzekeraar in Nederland is de Nederlandse Staat. Kunst, de verzekeringen die zij aanbiedt zijn verplicht voor alle burgers. En omdat ze zo groot zijn gelden de regels die voor verzekeringsmaatschappijen, voor hen niet. Bij voorbeeld dat de premie voor een verzekering van de kosten van langdurige zorg voor iedereen gelijk moet zijn, de premie mag alleen afhangen van het gebodene niet van de huidskleur of het inkomen van de verzekerde.

De Nederlandse staat doet ook in levensverzekeringen. Ook daar is uitkering voor iedereen gelijk d.w.z. iemand die zijn hele ‘werkzame’ leven voornamelijk op zijn krent heeft doorgebracht en de minimum premie heeft betaald krijgt evenveel pensioen als iemand die zijn hele leven hard gewerkt en de maximum premie betaald heeft, een sociale verzekering heet dat.

Naast het zich niet gebonden voelen aan de regels voor verzekeraars, regels die de staat zelf gemaakt heeft, is er ook inhoudelijk wel het een en ander op aan te merken. Het belangrijkste bezwaar is dat belanghebbenden beslissen over de noodzaak van uitgaven, waardoor de kosten altijd escaleren.

Om meer duidelijkheid te scheppen kan men de premies vervangen door belastingen. Daaraan wordt gewerkt. Dan wordt het ook duidelijker dat alle Nederlanders, niet alleen de hogere inkomens, de helft van hun inkomen aan de staat afdragen voor soms heel slechte diensten.

Johannes Tegendraedt

Schrijf een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *