Ter gelegenheid van de verjaardag van Mevrouw Tegendraedt maken wij altijd een autoreisje. Omdat het in november bijna overal rotweer is eindigen we nogal eens in Spanje. Geen bezwaar, Spanje is een heerlijk reisland. Er is cultuur historisch van alles te zien, de mensen zijn vriendelijk tegen gyris, het eten en in het bijzonder de drank zijn er goed en goedkoop. Dit jaar waren we in Extremadura; Badajoz, Mérida en Caceres.
Overnachten deden wij vroeger altijd in de paradores maar nu zijn we daarover iets minder enthousiast geworden. Wij eten als ontbijt altijd een broodje kaas met twee koppen koffie en een appel, zonder cava of andere buitenissige dingen. Het uitgebreide en dure ontbijtbuffet sprak ons niet aan en de stalling van de auto was ook niet meer gratis. Het meisje in bar/restaurant aan de overkant bracht uitkomst, een geroosterd stokbroodje met geraspte tomaat in plaats van boter en met oude kaas uit La Mancha of jonge kaas van de geit, met twee koppen espresso van koffiebonen, heerlijk.
In Caceres vielen wij met onze neus in de boter, het was ‘fiesta’. Dat betekende dat je er over de hoofden van de toeristen kon lopen en je moeite moest doen om de gebouwen van de goed bewaarde middeleeuwse stad te zien. Ter zijde van de straten was op iedere denkbare plek een kraampje geplaatst waar biggen en hele varkens werden geroosterd en waar wijn en bier werden geschonken. Omdat we vroeg waren vonden we nog een tafeltje op één van de vele terrassen op de plaza major. Een keuzemenu met amuse, voor-, hoofd-, en nagerecht, met een fles wijn en een fles water, erg lekker allemaal, en voor een prijs waarvoor we thuis in Nederland nog geen fles wijn kunnen bestellen.
In Merida zijn vooral monumenten uit de Romeinse tijd te bewonderen. Mevrouw Tegendraedt en ik maakten ooit eens een reis langs de Turkse kust, waar het Troje van Odysseus lag. Daar vind je
in iedere stad een theater uit de Griekse of Romeinse tijd. Maar een Romeinse arena en een theater ernaast hadden we nog niet eerder gezien, bovendien ligt er iets verder weg ook een ‘stadion’ dat is een hardloopbaan.
’s Avonds in de stad was er een oploopje voor een warenhuis. Er bleek een soort steiger stelling te staan, erop zat een ons onbekende, maar blijkbaar hier beroemde zanger van begin twintig, die een handtekening plaatste op de hoes van één van zijn Cd’s die je gekocht moest hebben. Je mocht ook een ‘selfie’ nemen samen met hem. De belangstelling was enorm, veel meisjes van een jaar of vijftien. Er stond een rij van bijna honderd meter, ik schatte de wachttijd op twee uur.
Tenslotte nog Badajoz, de elegante hoofdstad van Extremadura. We deden de museumroute, zes musea. Twee dingen zal ik mij lang herinneren. Ten eerste de architectuur van het museum voor moderne kunst, met zijn enorme vide in het centrum van het ronde gebouw.
Ten tweede, de inleiding bij de tentoonstelling ‘Van Rubens tot van Dijk’ in het museum voor de schone kunsten. Daar staat: (vertaling uit het Spaans van mijzelf)
Om de schilderkunst, die ons bezig houdt in deze tentoonstelling, te begrijpen moeten we er rekening mee houden dat Holland en de andere zes provincies van De Lage Landen in opstand kwamen tegen de Spaanse overheersing. Na hun onafhankelijkheid werden zij één van de meest welvarende en tolerante staten van Europa. De opstand van de Spaanse Lage Landen begon met de weerstand van de steden tegen de centralistische politiek van Filips de tweede en tegen het opheffen van hun historische privileges. Dit kwam neer op een strijd voor burgerlijke en religieuze vrijheid, die in 1581 leidde tot hun soevereiniteit. Het ontstaan van de republiek Holland werd het meest opvallende historische succes van de zeventiende eeuw.
Wij waren het er natuurlijk helemaal mee eens.
Johannes Tegendraedt