Over lichaamstaal gesproken

Vóór mij koopt een heer twee onderbroeken voor samen achtenveertig euro. Als hij is vertrokken zegt de verkoopster tegen mij: Normaal draagt hij natuurlijk ook breedbandonderbroeken, drie broeken voor vijf euro op de markt. Als ze dan hier komen weet ik, hij heeft een nieuwe vriendin.

Ongemerkt geef je kennis over jezelf weg. Ik herinner mij dat ik een congres bezocht. In de pauze liep er een fotograaf rond, zijn foto’s waren aan het einde van de dag te bezichtigen. Daar stond ik dan in gesprek met een mij vaag bekend persoon, de verveling van mijn gezicht druipend.

Gênant voor hem en voor mij.

Ik volgde ooit eens een cursus, wat moet je niet doen voor de TV camera. De cursus begon met een filmpje waarin een heer met kracht een mening verkondigt. Als een ander het woord krijgt gaat hij tevreden achteruit zitten, pulkt eens flink in zijn neus, bekijkt tevreden het resultaat en smeert dat dan tegen de onderkant van het tafelblad. De man heeft niet beseft dat hij nog steeds in beeld was. Maar er zijn meestal meerdere camera’s en de camera man heeft geen belangstelling voor je mening, hij wil iets maken dat kijkers trekt.

Op een ander filmpje zie je een heer die de gewoonte heeft onder tafel met zijn been te zwaaien. De cameraman monteert na iedere zin die hij zegt het heen en weer gaande been, op den duur heel hilarisch.

Voor dames is het nog meer opletten geblazen. Als je rok net iets doorzichtiger is dan je dacht of als je bloes openvalt als je bukt, reken erop dat het uitvergroot wordt. Wie als violiste van het Concertgebouworkest bij een uitvoering een diep decolleté aantrekt kan er op rekenen dat haar viool vaak in beeld is, de viool van de violiste naast haar, gekleed is in een truttig truitje, krijg je niet te zien.

Hét middel om de lichaamstaal te zien van mensen die zich onbespied wanen, is de verborgen camera. De Duitse TV maakte vele uizendingen. Ik herinner mij een smalle straat, een automobilist komt aangereden en moet stoppen voor gesloten spoorbomen, tussen de huizen aan weerskanten, nergens rails te bekennen. Nadat hij even gewacht heeft en niet begrijpend om zich heen heeft gekeken besluit de automobilist uit te stappen om navraag te doen. Een man met een rode pet op zijn hoofd en het bekende groen/rode bord in zijn hand heeft zich opvallend opgesteld.

Wat er aan de hand is, zegt de man, de spoorbomen zijn dicht, dat ziet u toch wel.

Ja maar, er zijn geen rails er kan geen trein komen.

Daar heeft u helemaal gelijk aan, zegt de man met pet. Maar in de toekomst gaat hier een trein rijden en we zijn vast aan het oefenen.

Op dat moment zie je de uitdrukking op het gezicht van de automobilist veranderen van ergernis naar dat van de bekende boer met kiespijn.

Een ander voorbeeld is een mini die een benzinestation binnenrijdt. Gooi hem maar vol zegt de chauffeur en spoedt zich naar een snelle koffie.

De bediende vult de tank, maar als de meter de vijftig liter overschrijdt wordt hij nerveus en klopt op de meter. Kort daarna staat de meter op tachtig liter, zenuwachtig loopt hij om de auto heen en als de meter dan de honderd liter overschrijdt gaat hij op de knie om onder de auto te kijken. Op dat moment mag hij dan vernemen dat in de mini tijdelijk een extra tank van honderd liter is ingebouwd.

Tot slot het filmpje waarin je een werker ziet die een luchthamer bedient waarmee hij gaten in het asfalt maakt. Hij spreekt een voorbijganger aan en zegt:

Ik moet even mijn shag pakken, wilt u een ogenblik de hamer vasthouden?

De voorbijganger stemt toe en de werker verdwijnt. Direct daarna gaat de luchthamer vanzelf in bedrijf en de voorbijganger moet een soort apendans uitvoeren om hem rechtop te houden.

Als het je overkomt, mag je bezwaar maken, vrijwel niemand doet dat.

Johannes Tegendraedt

Schrijf een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *