Over derivaten gesproken

Ooit woonde ik met mijn vrouw voor een klusje een aantal jaren in het verre Oosten. Op een avond werd ik gebeld door een man die Nederlands sprak en zei dat hij mijn telefoonnummer van mijnheer Janssen, een collega van mij, had gekregen. Hij dacht dat ik ook geïnteresseerd zou zijn in de zaken die hij met Janssen had gedaan.

Wie bent U?, vroeg ik.

Ik ben Van Dam, ik vertegenwoordig Far East Investment LTD, zei hij. Mijn firma verzamelt durfkapitaal voor investering in een mijnbouw bedrijf. Dat bedrijf heeft een grote reserve aan tin ontdekt en het zoekt nu kapitaal voor de ontwikkeling; wij hebben berekend dat uw investering in vijf jaar vier honderd procent meer waard is.

Is die firma beursgenoteerd? vraag ik.

Nee, maar de makelaar maakt dagelijks een koers bekend waarvoor de aandelen kunnen worden teruggekocht.

Ik krijg een prachtige brochure, maar de hele zaak ruikt volgens mij naar bedrog. Als ik Janssen zie en ik het onderwerp ter sprake breng blijkt dat hij de helft van zijn spaargeld heeft geïnvesteerd.

Ik vertel hem mijn zorgen en stel hem voor een klein deel van zijn investering te laten terugkopen door de makelaar. Dan blijkt dat de verkoper de telefoon niet beantwoordt en dat Far East Investment LTD niet bestaat.

Slibverwerking Noord Brabant, een semioverheidsbedrijf, laat zich door Deutsche Bank, een particuliere bank, de Duitse centrale bank heet Bundesbank, voor 270 miljoen Euro hoog renderende derivaten aansmeren, die nu nog 60 miljoen waard zijn. Meer dan 200 miljoen Euro verdampt; geld van de belastingbetaler.

Veel overheidsinstellingen, in het bijzonder de provinciale staten van Noord Holland, zetten in 2009 hun liquiditeiten op een rekening bij de IJslandse bank Icesafe. Aansmeerders beloven een veel hogere rente dan gebruikelijk en ontvangen een zeer ruime provisie. Kort daarna is de bank failliet. Naar meer dan 200 miljoen belastinggeld kunnen we voorlopig fluiten.

Wat hebben deze voorbeelden gemeenschappelijk? In alle drie de gevallen zijn er aansmeerders aan het werk, in het eerste geval crimineel in beide andere gevallen is opzet moeilijk te bewijzen.

Aansmeerders, die zichzelf adviseur, agent of tussenpersoon noemen begrijpen soms zelf nauwelijks wat zij verkopen. Standaard is een boekje met tabellen, hun verstrekt door de bank. Zelf kunnen zij de meestal eenvoudige berekeningen niet maken. Wel kunnen zij heel goed berekenen hoe hoog hun provisie wordt.

Als een bankdirecteur publiekelijk bekent dat hij bij een veel te riskante en dure aankoop van derivaten niet precies wist wat hij kocht dan wordt het belachelijk en schandelijk.

Een derivaat is een afgeleide, bijvoorbeeld een herverzekering van een verzekering, op de opbrengst van een pakket hypotheken, hypotheken, die door een Amerikaanse bank zijn genomen op onroerend goed van al dan niet solvente klanten.

Als je goed wil weten wat de herverzekering moet kosten moet je terug naar af en vaststellen hoe serieus de oorspronkelijke hypotheekgever de solvabiliteit van de klant heeft geschat. Niemand doet dat, iedereen vertrouwt op de integriteit van zijn zakenrelatie. Sommigen zoals onze directeur hierboven lezen zelfs de kleine lettertjes in het contract niet.

Een van mijn vrienden doet dat wel, tot wanhoop van zijn verzekeringsagenten, die blijkbaar de kleine letters van hun polissen zelf niet lezen en die dan moeten toegeven dat de verzekeringsmaatschappij onbehoorlijk naar zich toe rekent.

In alle drie boven genoemde de gevallen zijn de kopers onzorgvuldig en hebben kennelijk onvoldoende kennis van zaken. Mijn collega moest zelf op de blaren zitten, de ambtenaren maken andermans geld weg en worden nooit aansprakelijk gesteld voor de schade. Zij zijn (meestal) niet uit op zelfverrijking maar willen zich belangrijk voelen.

Er is een heel eenvoudige oplossing voor geval twee en drie: (semi) overheid bankiert verplicht bij De Nederlandse Bank, die daarvoor een nieuwe afdeling krijgt. Op dat moment wordt de rente onbelangrijk want het gaat van vestzak naar broekzak en DNB kan niet failliet gaan.

In mijn jonge jaren heb ik ooit eens gewerkt voor een ondernemer, eigenaar van zijn bedrijf. Als ik een fout gemaakt had kwam hij voor mijn bureau staan en schreeuwde hij:

Weet je hoeveel geld jouw fout gekost heeft? Ja, dat wist ik wel. En weet je wiens geld dat was? Mijn geld!!!!

Johannes Tegendraedt

Schrijf een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *