Over democratie gesproken

Democratie is een Oudgrieks woord, dat zoveel betekent als ‘het volk regeert’ De democratie is twee en een half duizend jaar geleden in Griekenland uitgevonden. Na de Franse revolutie werd het systeem in de Westerse Christelijke landen zeer geliefd, zozeer dat wij het nu met inzet van tanks en straaljagers proberen te exporteren.

Naast de democratie kennen we de theocratie, de kerk deelt de lakens uit zoals nu in Iran, de oligarchie, de macht is in handen van een aantal families zoals in Griekenland of in Saoedi-Arabië, en de dictatuur van een partij of een persoon, zoals in de nog resterende communistische staten.

In bijna alle systemen wordt er gestemd, in niet democratisch systemen is de stemming meer een demonstratie van saamhorigheid dan dat er wat te kiezen valt.

Want kiezen moeten we, er is geen sprake van dat het volk de ministeries zou kunnen bezetten en gaan regeren. We kiezen bestuurders.

In sommige landen, zoals de VS, wordt de president, die zelf zijn regering vormt, dan ook rechtstreeks gekozen door de kiesgerechtigden.

Nederlanders zijn daarvoor te dom, zij mogen alleen vertegenwoordigers kiezen, Kamerleden, die de regering kiezen, getrapte verkiezingen heet dat, de Kamerleden gaan de trap op. Nu zou je verwachten dat die Kamerleden dan wel hoogbegaafde ontwikkelde mensen moeten zijn. Niets is minder waar, de enige eis, die wordt gesteld is een verklaring van goed gedrag van de gemeente: te zijner nadeel is hier niets bekend. Het Kamerlidschap wordt begeerd door mensen die ooit minister denken te worden. Het biedt een mooie opstap, het wordt goed betaald en je mag je wel druk maken, maar verplicht is het niet. Gezien de ambities van veel Kamerleden is het echter gebruikelijk je te profileren. Je gaat je bemoeien met details die door ambtenaren zouden moetenen worden geregeld en je probeert op te vallen.

Dan krijg je de situatie dat heel Nederland bezig is met de vraag of een bepaalde buitenlandse jongere in Nederland mag blijven of niet. Een gênante vertoning.

Ik zou willen dat de kamer maar een paar maal per jaar bijeen kwam om eerst de grote lijn vast te stellen en daarna de regering daarop af te rekenen. Kamerlid zou een onbezoldigde functie moeten zijn, bezet door mensen die ergens hun sporen verdiend hebben en die hun land willen dienen, niet zichzelf. Als de functie onbezoldigd is ben je de baantjesjager meteen kwijt. Misschien is het dan ook beter te aanvaarden dat mijn spelling correctie programma ‘Kamerlid’ per se met een hoofdletter wil schrijven, fietsenmaker niet.

Blijft de vraag: Wie is het volk? Wie mag stemmen? Wij zijn het volk, riepen de Oost-Duitsers, die af wilden van de communistische dictatuur, die voorgaf het volk te vertegenwoordigen. In een democratie mag iedereen stemmen en iedereen heeft één stem. Maar jongeren beneden de 18 jaar mogen in Nederland niet stemmen, debielen en demente bejaarden wel. Criminelen en mensen die geloven dat volgend jaar de wereld vergaat, de hoogleraar in de economie, de beroepsbijstandtrekker en de leider van een bedrijf met 10 000 werknemers, ze hebben allemaal één stem. Hier is volgens mij veel ruimte voor verbetering.

De Nederlandse democratie is een partijdemocratie. Mensen met gelijke belangen of ideeën verenigen zich in een partij, dat is de theorie. In de praktijk zijn minder dan vijf van de honderd Nederlandse stemgerechtigden lid van een partij en kunnen zo invloed uitoefenen op het partij programma. Lid worden mensen, die een politieke carrière of een mooie job bij de overheid hadden,hebben of ambiëren. De banen worden door de partijen onderling eerlijk gedeeld. Niet partijleden, dat is vijfennegentig pro cent van de bevolking, komen niet in aanmerking. Hoge ambtenaren en ministers, die geen lid zijn van een partij, zijn witte raven.

Mede daardoor is het stemmen op de partijen niet razend populair, meer dan dertig van de honderd Nederlandse stemgerechtigden stemt met zijn voeten. Hij komt niet opdagen. Geen wonder als er nooit iets verandert op de gebieden waar veel kiezers het over eens zijn. Een kleinere minder bedilzieke en vooral goedkopere overheid, meer eigen verantwoordelijkheid van burger en ambtenaar, ophouden met het overtreden van de wet te gedogen, de criminelen van de straat en het fileprobleem oplossen, om er maar eens een paar te noemen.

Democratie is het minst slechte van de regeringssystemen zeggen de voorstanders. Dat is dan meteen de reden om niets te verbeteren. Je kunt van iemand, die van de politiek leeft, toch niet verlangen dat hij in zijn eigen voet hakt!

Johannes Tegendraedt

Schrijf een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *