De liefdadigheid wordt in Nederland, zoals zoveel dingen, geadministreerd door de belastingdienst. Deze dienst heeft een register van ANBI’s, Algemeen Nut Beogende Instellingen. Deze instellingen genieten voordelen bij te betalen schenkingsrechten en erfenissen. Momenteel staan er 50 000 instellingen in het register, veel ervan zijn niet actief, sommige zijn speciaal opgericht om de erfenisbelasting te ontwijken.
In Nederland werd in 2018 5,7 miljard euro uitgegeven aan liefdadigheid. Daar zitten ook ‘schenkingen’ van bedrijven aan voetbalverenigingen in. Beperken we ons tot schenkingen door huishoudens dan blijft 2,4 miljard over, nog steeds een aanzienlijk bedrag.
Nederland telt ongeveer 8 miljoen huishoudens, we geven dus 300 euro per huishouden per jaar aan goede doelen. Internationaal scoren we hoog: op de World Giving Index bezetten we de achtste plaats, na de VS op de eerste plaats maar ver voor bijvoorbeeld Duitsland en België die respectievelijk plaats 18 en 42 bezetten.
Veel van dat geld wordt ingezameld door radio en TV met acties. De eerste dergelijke actie was Open Het Dorp, een actie van Mies Bouwman in 1962. Het dorp zou speciaal gebouwd worden voor mensen met een beperking. Mede door het aanstekelijk enthousiasme van Mies werd de actie een groot succes, er werd het destijds fabelachtige bedrag van 22 miljoen gulden opgehaald.
Een andere actie is Serious Request van 3FM, sinds 2004 jaarlijks in de week voor Kerstmis. Een aantal DJ’s wordt opgesloten in een glazen huis. Bij hen kun je een verzoeknummer bestellen in ruil voor een donatie. In de topjaren heeft deze actie twaalf miljoen Euro opgebracht dat ten gunste kwam van organisaties zoals het Rode Kruis en het Wereld Natuur Fonds.
Mijn schoonvader, een christen die probeerde zijn geloof in de praktijk te brengen, kon acties niet weerstaan. Als er weer eens uitgehongerde Afrikaanse weeskinderen op de TV te zien waren meldde hij zich direct aan voor een adoptie, altijd met hetzelfde bedrag van 5 gulden. Bij zijn overlijden had hij een twintigtal maandelijkse bijdragen verzameld. Mijn schoonmoeder, die minder gelovig was en die van een kleiner inkomen moest zien rond te komen, had er een opgave aan alles af te zeggen.
Ikzelf heb mijn vaste adressen voor mijn gaven zoals het Rode Kruis en een huis voor achtergebleven kinderen, Ik haal de 300 euro wel, maar een beeld op de TV van uitgehongerde kinderen doet mij niet onmiddellijk naar de balpen grijpen. Ik wacht totdat ik een overzicht heb gezien hoe de ingezamelde gelden worden besteed, soms komt maar een klein deel van het geld terecht bij de uitgehongerde kinderen.
Tot slot nog iets over de donatie van organen. Ik vind de man die bij leven één van zijn gezonde nieren afstaat voor zijn dialyserende vrouw geweldig, wijd uitstekend boven de gever van welk geldbedrag dan ook.
De orgaandonatie na de dood is tegenwoordig in Nederland goed geregeld, iedereen is automatisch donor tenzij hij of zij bij leven heeft vastgelegd dat niet te willen. Dat wil niet zeggen dat we zitten te wachten op de organen van overleden bejaarden, maar we moeten denken aan jong leven dat omkomt bij een ongeval of iets dergelijks. Voor de familie van het slachtoffer is het meestal een troostrijke gedachte dat de organen van de overledene voortleven in het lichaam van iemand die zonder dat waarschijnlijk zou zijn gestorven.