Over lezen gesproken

Ik behoor tot de generatie die de kleuterschool bezocht. Niet alle kinderen gingen daar naar toe want het was niet verplicht en niet gratis. Ik heb nog steeds de plakboekjes uit die tijd, in het begin schots en scheef, maar geleidelijk wat ordelijker.

In de eerste klas van de lagere school, nu groep drie van de basis school, leerden we lezen en schrijven. We gebruikten daarvoor het leesplankje met plaatjes van aap, noot, mies tot weide en schapen. Ieder kind had een doosje met letters, die je onder de plaatjes moest leggen. Zo hebben vele generaties leren lezen en spellen.

In de laatste jaren van de lagere school heb ik mij ontwikkeld tot een ijverig lezer. Ik hield niet zo van buiten spelen, ik zat liever met mijn voeten op de kachel en een boek in de hand. Niet ver van ons vandaan was een kantoorboekhandel, die in een achterkamer een uitleenbibliotheek had. Nadat ik alle avonturen van Dik Trom en Tim en Tom gelezen had gaf de boekhandelaar mij een detective roman mee. Eindeloos heb ik daarna dit soort boeken gelezen. Ze speelden of in Londen of aan de Mediterranee, heel boeiend allemaal.

Later op de middelbare school kwam de verplichte literatuur en je literatuurlijst en had ik geen tijd meer voor mijn detectives. Nog later de studieboeken en nog minder tijd.

Nu heb ik veel meer tijd om te lezen, maar romans boeien mij niet meer. Ik heb na 20 pagina’s het gevoel dat ik het verhaal al eerder gelezen heb. Voor veel schrijvers zijn liefde en haat, en leven en dood nog steeds de onderwerpen, zij het in een modern jasje. Was vreemd gaan in oude verhalen nog een zonde, tegenwoordig valt het onder sport en spel. De bond tegen het vloeken kan worden opgeheven, er wordt nauwelijks nog gevloekt. In plaats daarvan gebruiken we als krachttermen de Engelse namen van geslachtsdelen of geslachtsgemeenschap.

Ik houd het op meten is weten. Als in de exacte wetenschappen, waarmee ik ben opgegroeid, iets beweerd wordt dan gaat die bewering vergezeld van meetresultaten en een beschrijving hoe die resultaten gemeten zijn. In de sociale wetenschappen wordt dat ook wel gedaan, maar omdat de band met de maatschappij veel intensiever is, mengen zich allerlei lieden in het debat die niet meten, maar voelen. Er sluipen dan ook allerlei beweringen in het debat, die geen wetenschappelijke definitie hebben, zoals veel of weinig, eerlijk, rechtvaardig.

Het is heerlijk op internet te lezen, alle informatie bij de hand. Helaas met veel rommel ertussen, geschiedenis, die nooit heeft plaats gevonden, beweringen, die strijdig zijn met de huidige kennis van wetenschappen. Soms opzettelijk, soms is de auteur niet goed op de hoogte. Toch ben ik niet voor keuring of censuur, ik ben wel voor een keurmerk zoals in de financiële wereld gebruikelijk is, waar het ontbreken van een keurmerk je extra voorzichtig of zelfs achterdochtig maakt.

Toch is het kunnen lezen nu minder vanzelfsprekend dan het in mijn jeugd was. Ook toen had je al kinderen van laagopgeleide ouders en kinderen die dommer waren dan anderen, maar lezen konden ze allemaal.

Natuurlijk gaan onze computers spreken, sommige doen dat al. Als hij aan staat roep je uit de verte: Wat voor weer hebben we morgen? De computer antwoordt dan bv: morgen is het droog met veel wind en een maximum temperatuur van negentien graden.

Zoeken kan hij ook. Als je vraagt: wie is Tegendraedt met ae en dt dan antwoordt hij: Johannes Tegendraedt is een schrijver van columns, soms humoristisch, soms actueel, meestal boeiend en altijd informatief en tegendraads.

Schrijf een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *