Over bescheiden gesproken

Bescheidenheid ist eine Zier,
Weiter kommt man ohne ihr.

Zo zeggen de Duitsers het en het is helaas waar. Het gaat niet over de man die als een vrouw met een erg korte rok diep bukt, bescheiden de andere kant op kijkt of de man die ook wat bukt om beter te kunnen zien. Ook niet over de man die op bezoek komt bij een vriend die kennelijk al enige dagen geen vaat gewassen heeft, bescheiden doet alsof hij dat niet ziet en opmerkt dat ze tijdens het gesprek de handen zouden kunnen laten wapperen, of er iets is dat ze samen zouden kunnen doen. De man die de bescheidenheid mist zegt: Wat een klerezooi hier, je denkt toch niet dat ik gekomen ben om de vaat te wassen?

Het gaat wel over de man of vrouw die alles weet over het onderwerp dat in een groepsgesprek aan de orde is maar die desalniettemin bijna niet aan het woord komt. Het gesprek wordt gedomineerd door mensen die veel mening hebben zonder de daar bij behorende kennis van zaken. Daarom zijn ronde tafel-gesprekken niet erg nuttig. Beter is een gespreksleider, die thuis is in het onderwerp en arrogante prietpraat kan onderscheiden van feitenkennis of een bijeenkomst waar afgesproken is dat ieder een vaste spreektijd heeft.

Berucht waren de verkopers van verzekeringen in mijn kinderjaren. Zij kwamen langs de deur, waarachter in die tijd altijd de vrouw des huizes thuis was. Ze belden aan en als je de deur opende staken ze hun voet tussen de deur zodat je niet kon sluiten als je het verkoopsverhaal niet wenste aan te horen.

De sprekers van de Nederlandse taal zeggen: bescheidenheid siert de mens, het tweede deel van het Duitse gezegde ontbreekt. Of dat betekent dat ‘Nederlandstaligen’ minder met de ellebogen werken dan onze buren weet ik niet.

Ik vind wel dat in de Nederlandse TV-programma’s met ‘gesprekken over de actualiteit’ veel mensen het hoogste woord voeren die op de middelbare school kennelijk de exacte vakken hebben laten vallen omdat ze die vakken te moeilijk vonden. Mensen die niet goed kunnen formuleren, wat het verschil is tussen een KW en een KWh, maar die zich toch hebben weten op te werken tot autoriteit in een praatvak. Vaak zijn ze ook nog professor in een vak, niet in een wetenschap. Aan de universiteiten vormen de studenten in een praatvak een grote meerderheid, de exacte vakken trekken veel minder belangstelling.

Mijn grootste bezwaar tegen de huidige middelbare school is dat het mogelijk is een diploma te halen dat ook recht geeft op een academische studie in een praatvak zonder noemenswaardige kennis van wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Toch zijn het de exacte wetenschappen die na de tweede wereldoorlog een geweldige vooruitgang in kennis hebben getoond en die ons leven nu beheersen.

Ons welzijn is flink gestegen door de penicilline, de pil, het spiraaltje en de open hart-operaties. De televisie, de mobiele telefoon, de computer en het internet beheersen ons leven. Vroeger ging het verspreiden van nieuws met de snelheid van een paard en overzee met de snelheid van een schip, nu gaat het met de snelheid van het licht.

Dat licht gaat zoals u misschien weet in één seconde zes keer om de aarde. Dat alles is bedacht, berekend, gemeten door bescheiden wetenschappers van wie we nauwelijks de naam weten, laat staan dat we hen kunnen narekenen. Maar als ik u zeg ‘I have a dream’ weet u allemaal over wie ik het heb. Als u behoefte hebt aan reputatie kunt beter in de politiek gaan dan wetenschapper worden of blijven.

Schrijf een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *