Er komt altijd een glimlach op mijn gezicht als ik een kudde schapen achter de herder en het eerste schaap zie lopen. De koeien in de wei staan tegen melktijd netjes in de rij, ieder heeft zijn vaste plaats, te wachten op de boer en melkmachine.
Wij mensen zijn ook kuddedieren en dat willen we ook zijn, we willen horen bij een kudde, de familie, de hervormden, de Nederlanders.
Jongemannen lopen rond in een spijkerbroek met door fabrikant aangebrachte nep scheuren, afgezakt totdat het kruis bijna tussen de knieën valt en van boven de rand van de onderbroek te zien is, zodat de fabrikant van de onderbroek daarop zijn naam kan tonen. Ze willen laten zien dat ze erbij horen, bij de vrijgevochten jongeren, die zich nergens wat van aantrekken. Mij doet het meer denken aan de schapen.
Daarnaast zijn er ook grote groepen mensen die zich identificeren met een vereniging zoals een voetbalclub. Niet dat ze zelf sport beoefenen, nee ze zitten op de tribune om de beroepsspelers aan te moedigen. Ik zag beelden van een immens stadion in Amerika met vele tienduizenden toeschouwers, die meemaakten hoe hun club voor het eerst na 25 jaar weer kampioen werd. Dikke tranen huilend vielen de toeschouwers elkaar in de armen. Een man liet weten dat het meemaken van deze overwinning voor hem de belangrijkste gebeurtenis was in zijn zichtbaar niet meer zo jonge leven.
Veel Nederlanders zijn bereid in het openbaar te zeggen dat hun land te koud is en te nat, te onveilig en te vol en met hun landgenoten hebben ze weinig. Deze mensen worden opeens volop Nederlander als een landgenoot een medaille wint op de Olympische spelen, eindeloos zitten ze te kijken naar het scherm waarop schaatsers in eentonige regelmaat hun rondjes draaien.
Als ze na hun pensioen in Spanje of Australië wonen is hun vriendenkring Nederlands, kijken ze Nederlandse TV en zijn zelfs lid van een plaatselijke Nederlandse vereniging. Hoe verder weg hoe dierbaarder het vaderland. Natuurlijk speelt de taal een grote rol. Ik kan een Spaanse krant lezen, maar de ratelende vrouw die het Spaanse nieuws leest op de TV kan ik absoluut niet verstaan.
Een ander bindmiddel voor de kudde is de collectieve emotie, bij de kuddedieren is dat vaak de angst, bij de mens vaak het mededogen of de herinnering. Scharen TV reporters maken reality
TV; de kunst is iemand voor de camera dingen te laten vertellen die hij of zij altijd hadden opgekropt en ze dikke tranen te laten plengen opdat de kijkers in grote getale kunnen mee huilen.
Er zijn ook wel meer verschillen tussen het kuddegedrag van mens en dier. Bij de dieren worden alle vrouwtjes bevrucht door het sterkste mannetje, dat is goed voor de verbetering van de soort. Bij de mens gebeurt dat niet. Het zaad van hele slimme mannen gaat bijna geheel verloren. Ook de vrouwen werken niet mee, hoe lager het IQ hoe meer kinderen. Op den duur is dat schadelijk voor de soort.
Bij de dieren worden jongen die niet voor zich zelf kunnen zorgen door de kudde achtergelaten. Bij de mens is dat niet het geval, zelfs criminelen die geen kans hebben ooit in de maatschappij terug te keren worden niet gedood maar levenslang verpleegd in gevangenissen, waar ze de maatschappij honderd duizend euro per jaar per crimineel kosten. Alle menselijk leven is waardevol! Maar als er op een gevaarlijke hoek waar al mensen zijn dood gereden, verkeerslichten moeten worden geplaatst dan is er geen geld. Ook houdt dat waardevolle ineens op als het gaat om het verdedigen van het graasgebied van de eigen kudde, onze oorlogen. Daarbij is te bedenken dat in de huidige oorlogen meer burgers sterven dan soldaten, de bijvangst heet dat in het jargon. De criminelen overleven de oorlogen, in de gevangenis.
Johannes Tegendraedt