De zomer is de tijd van de muziek- en theater festivals zowel voor het populaire als het serieuze genre. Van het laatste hebben mevrouw Tegendraedt en ik er verschillende bezocht, het eerste kennen we alleen van de TV.
Die TV beelden tonen een reusachtig toneel opgericht in een weiland met daarop nog reusachtiger luidsprekers. Daar tussen een aantal jonge mannen met een elektrische gitaar, waaraan ze eenvoudige akkoorden ontlokken en soms een toetsenist, die op een Japans elektrisch orgeltje speelt. De melodie wordt alleen gezongen. Het geheel wordt versterkt tot een zo hoog niveau dat de ruimte gevuld wordt.
Het publiek staat voor het toneel, de eerste rijen zijn geheel gevuld met jonge meisjes, die met een verheerlijkte blik naar het podium staren alsof daar sterren optreden die zojuist uit de hemel zijn neergelaten. Ik zag één meisje dat zich voor de camera van haar slip ontdeed om die vervolgens naar één van de gitaarspelers te gooien.
Een groter contrast dan met het festival van Bayreuth, Beieren, is niet mogelijk. Opera’s van Wagner worden er opgevoerd, anders niet. Een nieuwe enscenering is een gebeurtenis. De kaarten voor de voorstellingen zijn voor drie tot vier jaar vooruit geheel uitverkocht.
De voorstellingen worden gegeven in een theater, dat meer dan honderd jaar geleden speciaal voor dit doel is gebouwd, De akoestiek is heerlijk, er wordt niets elektronisch versterkt, maar je zit nog steeds op houten klapstoeltjes en aangezien de voorstelling tot zes uur kan duren is dat een hele zit. Er zijn weliswaar twee pauzes maar die zijn bedoeld voor decorwisseling, een glas wijn en een uitwisseling van mening over de voorstelling, dat is het wel.
Ook in Glyndebourne (GB) worden opera’s opgevoerd, spectaculairder dan alleen muziek. Maar hier is het vooral de pauze waarom het gaat.
Je komt niet alleen voor de muziek, maar ook om gezien te worden. In de pauze wordt er traditioneel gepicknickt op het gazon. Maar niet zomaar, je hebt vrienden uitgenodigd en je butler meegebracht, hij spreidt het damast op het gras en dient de meegebrachte spijzen op, kreeft, kaviaar en ganzenlever en hij opent de champagne van honderd euro per fles.
Regelmatige bezoekers waren mevrouw Tegendreadt en ik van de Salzburger Festspiele, niet alleen muziek, vaak van Mozart, maar ook theater. Ieder jaar sinds 1920 wordt Jedermann van Hugo von Hoffmannsthal opgevoerd. Wij zagen Lulu, niet de opera van Alan Berg, maar het toneelstuk van Franz Wedekind. Van die voorstelling herinner ik mij een gesprek tussen Lulu, die met jan en alleman het bed deelt en haar vader die zegt: mag ik ook niet een keertje?
We hoorden Pollini, (1942). Het gebeurt vaak bij Festspiele, bejaarde coryfeeën worden van stal gehaald om publiek te trekken.
De Salzburgers hebben kritiek, wij kunnen er niet heen, voor ons te duur. Daarom zijn er tegenwoordig op een aantal plaatsen in de stad grote schermen opgesteld, waar de uitvoeringen van het vorig jaar worden vertoond.
Heel bijzonder zijn de Festspiele van Bregenz. Het publiek zit op land maar het reusachtige toneel is op het water van de Bodensee, geweldige shows worden er opgevoerd. De keerzijde is de vereiste geluidssterkte in de grote open ruimte. De zangers hebben microfoontjes voor hun mond. Wie iets intiems wil met muziek hoeft er niet heen.
Heel anders is Verona, In het Romeinse amfitheater worden ’s zomer operavoorstellingen gegeven, vooral Italiaanse, Verdi, Puccini e.d. De dure bezoekers zitten in de arena. In het amphitheater, in het bijzonder de bovenste rijen, zijn de goedkoopste plaatsen. Ze zijn gevuld met families uit Verona die een avondje uit zijn. Grote tassen met drank en happen hebben ze bij zich voor de pauzes en als je als toerist wat belangstelling voor hen toont mag je prima mee happen.
Als laatste maar zeker niet het minste Utrecht, het Festival van de Oude Muziek. Wij kwamen er graag. Enthousiaste muzikanten die speelden, vaak op historische instrumenten, voor een enthousiast publiek. Veel contact tussen publiek en muzikanten, veel mooie muziek en een prettige sfeer. Ik hoop dat het mogelijk is gebleken dit sfeertje te behouden in het megalomane theatergebouw dat nu Utrecht domineert. Dit jaar staat het nieuwe orgel centraal, een kans voor liefhebbers van orgelmuziek.
Johannes Tegendraedt