Over condoom gesproken

Op een familie verjaardagsfeestje verscheen oom Karel met zijn linkerbeen in een gipsverband. Ik ben gevallen zei hij. En ik heb gelachen vulde hij aan. Ik doe nu al vijftien jaar geen praktijk meer en ik was hoogst verbaasd dat mij een beencondoom werd aangeraden. De assistente in de apotheek was helemaal niet verbaasd, voor tien euro verkocht zij mij een bescherming die je om je gipsbeen doet als je onder de douche gaat.

Voor mij is condoom trouwens nog een beladen woord, zei hij. De christelijke kerk, de Roomse voorop verbood het gebruik ervan als anti conceptie en condooms mochten in mijn jeugd niet openbaar worden verkocht. Ook seksuele voorlichting aan jongeren was niet gebruikelijk, wachten tot je getrouwd bent, was het adagium en dan veel kindjes maken. Werd je als jonge vrouw onbedoeld, ongehuwd zwanger, dan sprak de hele buurt er schande van en abortus was onbespreekbaar.

Toen ik ging studeren werd het voor mij anders, op de sociëteit waren voorlichtingsavonden en kreeg ik een soort mentor toegewezen. Voor hem moest ik een pakje condooms kopen. Aangekomen in het winkeltje van gezondheidsartikelen werd ik door een oudere heer meegenomen naar een kamertje achter de winkel, waar de verboden waar lag uitgestald.

Welke had ik gedacht te kopen, vroeg de verkoper.

Je moet de grootste maat voor mij kopen, had mijn mentor gezegd, maar ik hoorde spot in zijn stem.

Ik ben niet zo ervaren zei ik tegen de verkoper, wat valt er te kiezen?

Er zijn dikke en dunne. De dikke kun je schoonmaken en hergebruiken. Om helemaal eerlijk te zijn wil ik die eigenlijk niet aanbevelen, zei de heer, het gevoel gaat eruit!

Tegenwoordig worden condooms niet meer zo veel gebruikt als anti conceptie. De nadruk ligt vaker op de bescherming tegen seksueel overdraagbare aandoeningen. De genezing van syfilis en gonorroe is met moderne antibiotica zoveel effectiever geworden dat deze ziektes wat buiten beeld zijn geraakt. Mannen overlijden niet meer zoals Franz Schubert heel jong aan syfilis. Helaas zijn daarvoor viri, zoals AIDS in de plaats gekomen, die niet meer altijd direct naar de dood leiden, maar wel heel onaangenaam kunnen zijn. Mensen die seks hebben met wisselende partners die ze niet goed kennen wordt aangeraden toch weer condooms te gebruiken, die nu echter bij iedere supermarkt te koop zijn.

De anti conceptie wordt nu helemaal door de vrouwen geregeld met een spiraaltje of de pil, “baas in eigen buik”. Het idee van het spiraaltje is al heel oud. De tempeldienaressen uit de voor Christelijke tijd, die diensten verleenden, die nu door publieke vrouwen worden waargenomen, gebruikten steentjes op de manier waarop nu een spiraaltje wordt gebruikt.

De tweede helft van de vorige eeuw brengt de “Pil”. Progesteron, een hormoon dat door het vrouwenlichaam wordt gemaakt tijdens de zwangerschap en dat er voor zorgt dat je in die tijd niet nog een keer zwanger kan worden, wordt synthetisch gemaakt en in de pil verwerkt. De cyclus van de vrouw wordt aanvankelijk gerespecteerd en tijdens de periode wordt het innemen tijdelijk gestaakt. Nu zijn er ook staafjes, die onderhuids, bijvoorbeeld in de arm, worden ingebracht, staafjes die drie jaar lang voldoende progesteron afgeven om zwangerschap te voorkomen. Veel vrouwen beschouwen het als een bijkomend voordeel dat ze niet meer ongesteld worden.

Terug naar oom Karel. Ik word, zegt hij, getroffen door een probleem, waarmee veel van mijn patiënten vroeger worstelden. Wanneer heeft een operatie in het zicht van de naderende dood nog zin. Ik ben ruim in de tachtig en gemiddeld heb ik nog vijf jaar te leven. Tien procent van mijn leeftijdsgenoten sterft binnen een jaar, tien procent wordt honderd. Ik heb voor zover ik weet en ik controleer goed, geen ziekte waaraan ik binnenkort sterf. Ik leef met plezier, zij het dat ik heel slecht loop, met veel pijn omdat het kraakbeen in mijn knieën bijna helemaal is verdwenen. Als ik beide knieën laat vervangen door hun stalen equivalenten kan ik weer goed zonder pijn lopen. Met de twee operaties en de revalidatie ben ik zes tot negen maanden bezig, maanden waarin het leven veel minder prettig is dan het had kunnen zijn. De operatie slaagt meestal goed, maar een enkele keer wordt het, speciaal bij heel oude patiënten, een lijdensweg. Ik heb voor mijn patiënten vaak als klankbord gefungeerd bij hun afwegingen. In mij, de huisarts, hadden ze meer vertrouwen dan in de specialist, waarvan ze dachten dat een lege operatiekamer ook meegewogen zou worden. Nu, zegt oom Karel, treft het mij zelf en ik weet niet wat ik moet doen!

Johannes Tegendraedt

Schrijf een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *