We spreken van een tautologie als dingen gelijk zijn. Daarmee is niet bedoeld wat in de wiskunde het ‘is gelijk’ teken, uitdrukt. Bijvoorbeeld 4×2 = 8 is een gelijkheid maar geen tautologie maar 7=7 is dat wel.
Twee jaar geleden was er in België een bijeenkomst waarin besproken zou worden of democratie en populisme een tautologie waren. Ik heb helaas nergens een verslag van de discussie kunnen vinden.
Het begint al met de naam, die is vrijwel identiek zij het dat democratie uit het oud- Grieks komt en populisme uit het Latijn. Beide willen zeggen dat het volk de staat regeert. In beide gevallen gebeurt dat niet. Het volk kiest vertegenwoordigers die dan vier jaar kunnen doen wat ze willen, een meerderheid van stemmen van de vertegenwoordigers voor een nieuwe wet wil niet zeggen dat een meerderheid van het volk er voor is. Soms wordt er een referendum gehouden maar de uitslag wordt niet altijd gevolgd, de vertegenwoordigers beschouwen een referendum terecht als een motie van wantrouwen.
In het Athene van 2300 jaar geleden zijn er wel degelijk tijden geweest met directe democratie, niet iedereen mocht stemmen, maar er werd wel gestemd over zaken, niet op personen. Stel dat we een directe democratie willen, wie zijn dan het volk? Wij zijn het volk, scandeerden de betogers tegen het communistische regime in Oost Berlijn. In Nederland zitten er tussen de huidige stemgerechtigden velen die onvoldoende kennis hebben om bij voorbeeld de voor- en nadelen van het aflossen van staatsschuld te beoordelen. Een kleine opleiding in bijvoorbeeld staatsrecht, economie en statistiek zou mogelijk moeten zijn om stemrecht te verwerven, met het recht een auto te besturen lukt zoiets al vele jaren.
Je zou de kiesgerechtigden bijvoorbeeld één maal per maand digitaal een lijstje met vragen kunnen voor leggen die te samen een basis vormen voor beleid. Bent u voor de aankoop van drones door defensie of tegen? Bent u voor de dienstplicht of tegen en als u voor bent dan alleen voor jongens of ook voor meisjes? Je zou de uitvoering van de volksraadpleging kunnen leggen bij het ministerie van algemene zaken, de toetsing of het gevoerde beleid in overeenstemming is met de wensen van de kiezer bij de Raad van State. De praatclubs in Eerste en Tweede Kamer worden overbodig.
Wel noodzakelijk is natuurlijk de zgn. brede maatschappelijke discussie in de media, lees TV. Er moet voor gezorgd worden dat zowel voor- als tegenstanders van een beleid aan de beurt komen. De mening van de adverteerders is niet relevant en daarom moet de publieke tv weer geheel door de staat worden gefinancierd. Zij krijgt een educatieve en informatieve taak, zonder de dwang van kijkdichtheid, het amusement kan aan de commerciële zenders worden overgelaten.
Ministers worden benoemd door de koning, niet op basis van partijlidmaatschap, populariteit of trouwe dienst als Kamerlid, maar op basis van ervaring en kennis van zaken. Zij hebben niet alleen een uitvoerende taak, zij moeten ook alternatieve beleidsmogelijkheden herkennen en aan de kiezer voorleggen.
Het moet om reële keuzes gaan. Als we met zijn allen ouder worden kan de premie AOW verhoogd worden of de pensioenleeftijd verhoogd, je kunt niet niets doen. Je kunt ook vragen of de kiezer het er nog steeds me eens is dat de AOW premie omhoog gaat met het inkomen, de uitkering is voor iedereen gelijk.
Om de mening van de kiezer te leren kennen is het tegenwoordig niet per se nodig volksstemmingen te houden. Gespecialiseerde bureaus kunnen met kleine enquêtes de mening van het volk goed peilen, het zou mogelijk moeten zijn dit zo te organiseren dat de persoonlijke mening van de directeur van het bureau geen invloed heeft op de uitslag.
Is een directe democratie gewenst? Het leidt zonder twijfel tot verdere nivellering van inkomen in een meer egalitaire samenleving. Dit staat haaks op een kenniseconomie en vermindert de beloning voor- en de drang naar prestatie. Ik ben er tegen.
Johannes Tegendraedt