Als kennissen in ZO Azië mij vroegen ‘wat voor klimaat hebben jullie in Nederland?’, dan zei ik ‘wij hebben geen klimaat wij hebben alleen weer’.
Het geeft een goede indruk, maar is onzin. Klimaat is het gemiddelde weer, dat is temperatuur, neerslag en wind, van de laatste dertig jaar.
Veel mensen maken zich zorgen over de klimaatverandering die wij nu zouden (gaan) beleven. Te bedenken is dat het klimaat sinds het ontstaan van de aarde voortdurend is veranderd. De gloeiende bal die de aarde ooit was en ook weer wordt is het uiterste.
Wij zijn er zeker van dat morgen de zon weer opgaat, dat het volgend jaar om deze tijd weer winter is en dat na eb weer vloed komt. Maar, dat de mens een grote ijstijd, heeft overleefd en op weg is naar de volgende wil er maar moeilijk in. Toch is dat zo, maar het valt buiten de ‘menselijke maat’.
Ik lees een boek met die titel, geschreven door Salomon Kroonenberg, emeritus professor geologie van de technische Universiteit Delft. Wie wil weten hoe ook de aardbevingen en de vulkaanerupties buiten de menselijke maat vallen, hij leze dit boek. De menselijke maat heeft iets met generaties, de zonden der vaderen worden op de kinderen verhaald tot in het derde geslacht. Een beperkt aantal generaties, dat is wat wij kunnen overzien. Wij willen de aarde ‘bewaren’ voor onze kleinkinderen!
Stop climate change, is een kortzichtige leus bijna zo dwaas als de leus ‘stop continental drift’
In de laatste 400 000 jaar waren er vier grote ijstijden. De Servische astronoom en wiskundige Milankovic heeft begin vorige eeuw berekend wat daarvan de oorzaken zijn. Hij vond er drie, de verandering in de excentriciteit, de platheid, van de ellipsoïde baan die de aarde draait om de zon, met een periode van 100 000 jaar, de verandering in de hoek van de aardas t.o.v. het vlak waarin de aarde om de zon draait, met een periode van 41000 jaar en de verandering in tolbeweging van de aarde om zijn eigen as met een periode van 26000 jaar. Daarnaast zijn er nog kleinere invloeden, die verantwoordelijk zijn voor kleinere en minder koude ijstijden zoals bijvoorbeeld de ijstijd die wij kennen als de kleine ijstijd in de late middeleeuwen. De warme interglacialen waren veel korter dan de glacialen, het was 10000 jaar warm en 90000 jaar koud.
De grote ijstijden waren zo koud dat veel water gebonden was in ijs, het poolijs kwam tot in Drente. De Noordzee stond droog en was een soort steppe. De mens heeft zich toen met de meeste zoogdieren teruggetrokken ten zuiden van de Alpen en daar de laatste grote ijstijd overleefd. De mens gekleed in dierenhuiden en gewapend met stenen bijlen
Nu zijn we veel slimmer, in Alberta, Canada, komt ’s winters de temperatuur maandenlang niet boven nul, de minimum temperatuur kan dalen tot min vijftig graad Celsius, de bewoners hebben geleerd daarmee te leven.
Moeten we gezien het bovenstaande doorgaan met het afbreken van kolencentrales die net nieuw zijn omdat het door de mens veroorzaakte hogere kooldioxide gehalte van de atmosfeer leidt tot hogere temperaturen? Moeten we dat, wetende dat we op weg zijn naar een ijstijd?
Kroonenberg schrijft daarover: Misschien zijn onze nazaten over 10 000 jaar wel blij met onze hogere temperatuur, misschien hebben zij het dan niet zo koud.
Een promovenda in het vakgebied wier naam ik helaas niet heb genoteerd schrijft daarover: Schandelijk dat een hoogleraar zulke onzin verkondigt! Wijlen Wim Kan zou zeggen: zal ik de grap nog een keer vertellen op dictaatsnelheid?
Ik denk aan het vergelijk met de business, een firma met uitstekende winstverwachtingen op de lange termijn, die in de tussentijd failliet gaat bij gebrek aan liquiditeit blijkt een slechte investering.
Bovendien moeten we het thema van de temperatuur stijging niet verwarren met duurzaamheid, duurzaamheid is voornamelijk duur.
Johannes Tegendraedt