Toen besloten werd het aardgas, dat in Groningen was ontdekt, te gaan exploiteren, was er in Amerika al veel ervaring met de gevolgen van gaswinning. Aardbevingen zouden optreden, met schade aan de opstallen, maar het zou nog minstens tien, misschien wel twintig jaar duren.
De vakmensen stelden voor een potje van een paar procent van de winst opzij te zetten voor de voorziene schade. De Nederlandse staat en de Nederlandse politici voelden er niets voor, er is altijd geld tekort omdat de kiezers tevreden moeten worden gehouden.
De ervaring heeft ook geleerd dat een vlotte en gulle vergoeding van de schade de getroffenen verzoent met hun ellende. In Groningen is de Nederlandse krenterigheid echter weer tot wijsheid verheven.
Terwijl in dit opschrijf moet ik sterk denken aan Arc de Triomf, een boek van Erich Maria Remarque. De hoofdpersoon is een Duits chirurg, zijn land ontvlucht voor de nazi’s en illegaal werkzaam is in Parijs. Eén van zijn patiënten is een jongetje van een jaar of veertien wiens been na een aanrijding moet worden geamputeerd. Het jongetje dringt er op aan dat boven de knie wordt geamputeerd want dan is de uitkering van de verzekering veel hoger. Het blijkt ook medisch noodzakelijk en zo wordt het been boven de knie afgezet.
Later komt het jongetje op bezoek met een houten been, een stok en doosje met stukjes kaas voor de chirurg. Ik heb ook het kunstbeen bij de verzekering afgekocht. Van de schadevergoeding en het smartengeld hebben mijn moeder en ik een kaaswinkel gekocht, de winkel loopt prima, geluk gehad vindt u niet?
Een ander verhaal dat zich opdringt is de afhandeling van de schade veroorzaakt door een booreiland van British Petroleum, dat in de golf van Mexico in de lucht vloog waardoor grote delen van de kust van Louisiana met olie werden vervuild. De vissers en de natuur leden grote schade. BP huurde een specialist in, die de mensen die schade geleden hadden thuis bezocht, zich liet uitleggen wat de schade was, voorstelde er tien procent bij te doen voor onvoorziene uitgaven en dan een cheque uitschreef, die nog dezelfde dag kon worden geïnd. Zo moet het gebeuren als je reputatie je wat waard is.
De opbrengst van het Groningse aardgas gaat via allerlei wegen bijna helemaal naar de Nederlandse staat. Tot nu toe ca 270 miljard euro. Dat geld is niet geïnvesteerd, zoals de olierijkdom in Noorwegen, maar opgemaakt om de sociale zekerheid te betalen, die zonder de aardgasbaten zeer veel magerder zou zijn uitgevallen. Aan de ontwikkeling van de provincie Groningen is bijna niets besteed. Ooit is er een aluminium fabriek gebouwd. Een dergelijke fabriek kan alleen overleven op goedkope stroom, gemaakt uit goedkoop aardgas. Toen bleek dat er een goede markt was voor al het aardgas was het afgelopen met de goedkope stroom en de fabriek werd gesloten.
Groningers zijn rustige mensen, ze trekken niet direct naar Den Haag om de Tweede kamer in brand te steken of ministers te gijzelen. Ze hebben er ook wel vrede mee dat de Nederlandse mijnwet zegt dat delfstoffen die zich op een diepte van meer dan honderd meter bevinden niet eigendom zijn van de eigenaar van de grond maar van de staat. Maar de staat is dan wel aansprakelijk voor de schade, die de winning van de delfstoffen bovengronds veroorzaakt.
Ik zou de Groningers toch niet te veel willen tergen. Als zij zich uitgebuit en veronachtzaamd gaan voelen of er gaan doden vallen, dan gaat het mis. Ook Groningse boeren weten intussen dat zware bommen voor een groot deel bestaan uit kunstmest.
PS Erich Maria Remarque is ook de schrijver van het boek over de eerste wereldoorlog, waarin een jonge Duitse soldaat kans ziet de eerste drie jaar van de oorlog in België en Frankrijk te overleven. Dan wordt hij toch getroffen door een granaat en sterft. Op die dag zegt het dagelijkse communiqué van de Duitse Reichswehr: ‘Im Westen Nichts Neues’.
Johannes Tegendraedt