De liefde is een tijdverdrijf
Men neemt daarvoor het onderlijf
schreef ‘Ik Jan Cremer’ omstreeks 1961. Het was in een tijd waarin het woord neuken nog niet in het ABN van Van Dale was opgenomen, maar dat is wat Jan Cremer bedoelt. We spraken in 1961 nog van (geslachts)gemeenschap of van lichamelijke liefde.
Toch is het vermogen tot echte liefde tussen mensen, nu bedoeld als een bijzondere vorm van vriendschap, die zich kenmerkt door verbondenheid, toewijding en trouw, voor mij één van de uitzonderlijke eigenschappen van de mens.
Natuurlijk zijn niet alle mensen in dezelfde mate in staat tot het geven van liefde; sommigen van ons houden voornamelijk van zichzelf.
Een groot deel van de kunst gaat over de liefde, of het gebrek er aan, tussen mensen. Hou en trouw hebben al een oneindig aantal keren gediend als rijmwoorden in populaire liederen. Ook het klassieke lied laat zich niet onbetuigd met de verklanking van dichterlijke uitingen over de liefde, die de schrijver is overkomen of hem ( zelden haar) is onthouden. Het toneel, de film, de opera, de operette en het moderne muziektheater zijn ondenkbaar zonder aandacht voor de liefde.
Hetzelfde geldt voor de literatuur. Van Shakespeare’s Romeo en Julia via Cuperus naar Reve, het gaat allemaal over de Liefde, om nog maar niet te spreken over de keukenmeiden romans van Courts-Mahler, waarvan in de vorige eeuw miljoenen exemplaren zijn verkocht.
Wij Tegendraedten zijn liefhebbende en trouwe echtgenoten, die hun partners verwennen met aandacht en genegenheid. Natuurlijk is het wel eens voorgekomen dat bij het openen van het testament bleek dat de overledene er met een jongere vrouw een tweede gezin op na hield en ook heeft een vrouwelijke Tegendraedt wel eens een koekoeksjong ter wereld gebracht, maar dat zijn uitzonderingen. Wij zijn zorgvuldig in de keuze van een echtgenoot(e), wij letten op liefde en respect en letten wat minder op de grootte van de borsten en de billen.
Dat begint al jong. Een van mijn neefjes consulteerde mij als oude en wijze oom met de vraag hoe de jonge vrouw voor zich te winnen die hij begeerde maar die hem tot nu toe ontweek.
Ik heb hem uitgelegd dat vrouwen wel is waar met ontzag kijken naar geweldige spierballen of intellectuele uitspattingen, maar dat ze bij de keuze van de partner toch meer letten op toewijding en betrouwbaarheid. Ik stelde voor: de ouderwetse tour.
Kun je zingen?
Ja oom, en ik speel ook viool.
Prima, onder haar raam, ’s avonds voor het slapengaan een liefdeslied, dat stenen doet smelten. Als ze afwijzend reageert, ga je de volgende dag weer en dan neem je je slaapzak mee. Je blijft onder haar raam slapen. De volgende morgen wek je haar met hetzelfde lied.
Bovendien moet je haar schrijven, lange epistels waarin je het droomhuis beschrijft waar je in loopt met jullie baby op de arm, of waarin je de trap oploopt om haar ontbijt op bed te brengen.
Heb je een auto?
Nee oom, een motorfiets.
Dat is ongeschikt. Je mag mijn Jaguar wel een keer lenen. Daarmee sta je ´s morgens te wachten als ze de deur uit komt en je vraagt of je haar ergens kan brengen.
Niet net doen of het jouw auto is, je hebt hem geleend van je oom, speciaal om haar naar haar werk te kunnen brengen. Als je bij aankomst je wang uitsteekt en je krijgt een zoen dan heb je het bijna gewonnen. Daarna moet je attent blijven en jezelf zijn, dan komt het goed.
Later zijn ze samen bij mevrouw Tegendraedt en mij op bezoek gekomen. Ik kreeg een dikke zoen van zijn ‘vriendin’ als dank voor het uitlenen van mijn Jaguar.
Johannes Tegendraedt