Toen ik vijf en dertig was kocht ik mijn eerste huis. Kopen was aantrekkelijker dan huren op de vrije markt. Er was ook weinig te huur. Uitsluitend woningen in de door de gemeenschap gesubsidieerde sociale woningbouw, werden verhuurd en wel beneden de kostprijs. Daarvoor kwam ik niet in aanmerking, mijn inkomen was te hoog. De truc was als beginner met een laag salaris een woningwetwoning te bemachtigen, daar ging je nooit meer uit en dus woonde je later, niet ideaal, maar wel bijna gratis.
De firma waar ik werkte verleende financiële steun aan zijn medewerkers bij de aankoop van een huis in de vorm van een bankgarantie. Daar waren voorwaarden aan verbonden.
De hypotheek mocht niet meer zijn dan 90 % van de prijs in het koopcontract. Je moest 10 % en de overdrachtskosten zelf gespaard hebben.
De hypotheek mocht ook niet meer zijn dan drie jaarsalarissen en moest in maximaal dertig jaar geheel worden afgelost. Ondanks deze regels kwam het voor dat mensen, die naar het buitenland moesten verhuizen in tijden van recessie, hun huis niet konden verkopen, omdat de resthypotheek hoger was dan de marktwaarde van hun huis op dat moment.
Voor het uitbreken van de huidige crisis werden in Nederland hypotheken afgesloten tot zes maal het jaarsalaris, tot 110 % van de koopprijs en zonder enige aflossing. Als de marktwaarde van je huis flink was gestegen kon je bovendien nog een top hypotheek krijgen om de nieuwe auto te kopen waar je geen geld voor had.
Iedereen kan het uitrekenen. Als zes jaarsalarissen in dertig jaar afbetaald moeten worden en de rente is 5 % dan zijn de kosten voor het huis in het eerste jaar 50 % van het bruto salaris per jaar en na dertig jaar nog 20% Soms kan de afbetaling iets uitgesteld worden door de toepassing van annuïteiten: je betaalt dertig jaar lang 35 % van je salaris. Natuurlijk bovenop de inkomsten belasting en de premies voor de AOW, de ANW, het ziekenfonds, en de AWBZ.
Een kind kan begrijpen dat veel mensen (en hun banken) in grote moeilijkheden komen als ze werkloos worden of genoegen moeten nemen met een lager salaris. Je zou ook kunnen zeggen een hypotheek van zes jaarsalarissen is veel te hoog.
Door het verstrekken in de VS van hypotheken aan financieel zwakke klanten is de huidige recessie ontstaan. Het door de Amerikaanse overheid gestimuleerde idee, ook Joe Sixpack heeft recht op een eigen huis, spreekt mij aan, maar het verstrekken van leningen aan mensen die bij de minste tegenvaller hun verplichtingen niet kunnen nakomen blijft onverstandig. Doordat de Amerikaanse banken hun slechte hypotheken doorverkochten aan buitenlandse banken kunnen we nu allemaal mee genieten van de gevolgen.
Als jongetje van twaalf ging ik ooit eens naar de kermis. Toen mijn zakgeld op was ging ik naar mijn grootvader Tegendraedt, die in buurt van de kermis woonde en vroeg hem een gulden te leen, die ik zonder problemen kreeg. Op Nieuwjaars dag daarna kwam ik bij mijn grootvader om gelukkig Nieuwjaar te wensen en de zilveren gulden, die bij deze gelegenheid aan de kleinkinderen werd verstrekt, in ontvangst te nemen. Onmiddellijk daarna zei mijn grootvader, weet je nog dat je een gulden bij me geleend hebt, die wil ik nu terug hebben. Leningen moeten altijd worden terugbetaald.
Maar, als de Griekse staat honderd miljard euro kan lenen en die leningen grotendeels nooit terugbetaalt, met als enig argument we hebben geen geld, hoe moet je dan de burger uitleggen dat hij zijn schulden moet terugbetalen?
Een schuldenberg gaat niet vanzelf weg. Veel van de Griekse schuld is door banken verkocht aan overheidsinstellingen. Overheden, die niet roekeloos hebben uitgegeven draaien nu op voor de schade; de burgers van die landen betalen uiteindelijk de rekening.
Wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten, luidt een oud-Nederlandse wijsheid. Nederlanders die zich privé hebben overladen met schulden en nu bij dalende huizenprijzen in de moeilijkheden raken moeten hun problemen niet kunnen afschuiven op mensen, die niet mee gefeest hebben.
Mijn goede vader Tegendraedt vertelde mij de fabel van La Fontaine over de krekel en de mier. Als de krekel ’s winters koud en hongerig bij de mier aanklopt, zegt de mier:
Wat deed je toen de zon nog straalde
En ik mijn voorraad binnen haalde.
Je danste en nu ben je arm
Dus dans maar fijn dan word je warm.
Johannes Tegendraedt