Als je vloeistoffen afkoelt worden ze vast, zo ook water, het wordt ijs. Tijdens het ijsworden blijft de temperatuur constant op een temperatuur die meneer Celcius 0 graden heeft genoemd. Het boveneinde van zijn schaal is overigens ook water, nl. kokend water is 100 graden.
Wij kennen ijs vooral als consumptieijs, dat is tijdens de koeling fijn geroerd ijs met room en suiker en een smaakje erbij, vaak vanille. Mijn oudste herinneringen aan ijs moeten van kort na de tweede wereldoorlog zijn. Mijn ouders kenden Lybe en haar man, een Italiaans echtpaar dat in Nederland een ijssalon dreef. Wij gingen daar zondagmiddag vaak een ijsje eten. Dat ijsje kwam direct uit één van de indrukwekkende machines waarin het ijs geroerd werd.
Ik ben, sinds ik een oude man ben geworden, dol op zoete gerechten. Vroeger at ik nooit zoet, maar nu is een ijsje een gewaardeerd einde van mijn maaltijd. Nog steeds vind ik een vers Italiaans ijsje lekkerder dan de grote pakken diepgevroren supermarktijs.
IJs werd en wordt op grote schaal gebruikt om te koelen. Mijn grootvader had een slagerij met een reusachtige ijskast. Eén keer per week reed de vrachtauto van de ijsfabriek voor om de voorraad staven ijs aan te vullen.
Nu hebben we geen ijskasten meer maar koelkasten waar een verdampend koelmiddel voor de kou zorgt. Het koelmiddel wordt daarna gecomprimeerd waarbij het warm wordt en daarna wordt de warmte afgevoerd naar de omgeving. Wel ligt het ijs nog uitgebreid in de toonbank van de viswinkel onder de vis, die in een koelkast zou uitdrogen.
Een bijzondere vorm van ijs is de sneeuw. Leuk voor vaders om met hun kinderen een sneeuwpop te maken, een ellende voor het verkeer dat tot stilstand kan komen en voor de chauffeur die net te hard reed en veel schade oploopt. Heel bijzonder is ook het hotel geheel gemaakt van ijs in gebruik in de winter in de poolstreek.
Ook in het ziekenhuis werken ze nog met ijs, zij het dat ze het ijs zelf maken. Het wordt gebruikt om ontstekingen plaatselijk te koelen. Veel moderne koelkasten hebben een inrichting om comfortabel zelf ijsblokjes te maken. Een ijsblokje in je cola-tic is op een warme zomerdag ook heel aangenaam.
Het andere ijs waaraan ik jeugdherinneringen heb is het ijs om op te schaatsen. Wij schaatsten ieder jaar, overdag op de sloten, singels en plassen in de buurt en ’s avonds op de verlichte ijsbaan om de meisjes te versieren.
De jongens schaatsten op Friese doorlopers, een soort houten Noren, de meisjes vaak op kunstschaatsen. Gezamenlijk reden we met tien of meer in een rij onze rondjes. Als je achteraan reed moest je erg oppassen, bij het stoppen en keren konden de achtersten hoge snelheden ontwikkelen.
Het is verbazingwekkend wat een halve graad wereldwijde temperatuurstijging doet met het klimaat. Het schaatsen op natuurijs als volkssport loopt in Nederland op zijn eindje, kinderen krijgen niet meer van Sinterklaas een paar nieuwe schaatsen. De kans dat ze die nooit zullen gebruiken is te groot en een Friese Elfstedentocht zal er ook wel nooit meer komen.