Over stikstof gesproken

Stikstof is een van de meest voorkomende elementen op aarde, lucht bevat bijna 80% stikstof en 20% zuurstof. Het is heel stabiel, bij normale condities reageert het niet met andere stoffen. De zuurstof in de lucht en de stikstof doen niets met elkaar. Wij mensen ademen lucht in, een deel van de zuurstof (O2) ademen we uit als CO2, de stikstof komt onveranderd naar buiten.

Gebonden stikstof als ammoniak of als nitraat zijn echter essentieel voor alle leven, zowel planten als dieren. De stikstof maakt een kringloop door, de planten nemen via de wortel in water opgeloste gebonden stikstof op. Via de vruchten of bladeren die worden gegeten door mens en dier wordt die stikstof opgenomen en gaat deel uitmaken van de lichaamseiwitten. Het teveel of verouderd materiaal wordt uitgescheiden en komt via urine of ontlasting als mest bij de wortels van planten en dan is de cirkel rond.

Waar komt de gebonden stikstof vandaan? In het verleden werd het uitsluitend gevormd in bliksemschichten, waar de condities voldoende extreem zijn, 30.000 ºC, om stikstof te binden en sommige zeldzame planten in Brazilië lukt het stikstof uit de lucht te binden. In Wageningen wordt gezocht naar dergelijke planten voor Nederlandse omstandigheden.

Aan het ontbreken van een synthese kwam een einde in 1912, toen in Duitsland Haber er in slaagde stikstof te binden, bij 500 ºC en 200 atmosfeer. In die tijd dachten zijn sponsors niet zozeer aan kunstmest maar meer aan dynamiet voor de granaten die in de eerste wereldoorlog zouden worden gebruikt.

Nederland is nu na Duitsland de grootste producent van stikstofhoudende kunstmest in Europa. De synthese is echter niet direct maar gaat naar ammoniak via aardgas, waarvan deze industrie een grootgebruiker is. De koolstof in het aardgasmolecuul eindigt helaas allemaal als CO2. De productie is ongeveer 6 miljoen ton per jaar, waarvan 90% wordt geëxporteerd. De rest wordt toegevoegd aan de Nederlandse stikstofcyclus.

Nu naar de stikstofhype in de Nederlandse politiek. De filosofie is: alles moet blijven zoals het is. Dan moet de hele Nederlandse economie lijden omdat de kans bestaat dat een ondersoort van de sleutelbloem in een natuurgebied zou kunnen worden verdrongen door een plant die dol is op een flinke bemesting met gebonden stikstof zoals brandnetels.

Stikstof kan ook gebonden worden in de vorm van stikstofoxide dat bijvoorbeeld gevormd kan worden in moderne automotoren, zoals de diesel, die bij hoge temperatuur en druk werken om het brandstofverbruik en dus de CO2 uitstoot te minimaliseren. Er zit dan 0,00002% in de uitlaatgassen.

Gebonden stikstof heeft net als CO2 broeikaseigenschappen, maar komt in een regenbui naar beneden als nitraat, dat plaatselijk kan leiden tot overmatige bemesting en het verdwijnen van die bijzondere sleutelbloem uit de miljoenen plantensoorten die er nu zijn. Daarvoor moeten we dan wel maximaal honderd km/u rijden zodat we nog langer in de file staan, omdat de capaciteit van de weg afneemt als de gemiddelde snelheid naar beneden gaat.

Of we moeten accepteren dat er geen huizen of fabrieken meer kunnen worden gebouwd. Ik denk dat er voor dichtbevolkte landen zoals Nederland andere criteria moeten gelden. Wie er voor kiest om in een zo dichtbevolkt land te wonen heeft allerlei faciliteiten die onze samenleving te bieden heeft. Voor het natuurgebied met de sleutelbloemvariant is hier niet veel plaats.

Natuurlijk zouden we kunnen proberen de bevolkingsgroei te remmen, Nederlandse vrouwen vinden het nu na twee kinderen vaak welletjes. Maar de groei in Nederland komt vooral door toegestroomde buitenlanders en hun kinderrijkdom. De geschiedenis heeft ons echter geleerd dat er tegen volksverhuizingen weinig is te doen.

Schrijf een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *