Heb je wel gehoord van de zilveren vloot,
De zilveren vloot van Spanje,
Die had veel Spaanse matten aan boord
En appeltjes van oranje.
Dit is het eerste couplet van een oud Nederlands liedje over de verovering van een Spaanse vloot door Piet Heijn, zijn naam was klein, maar zijn daden groot! Een Spaanse mat was de bijnaam van een zilveren munt van acht Reaal.
Jonge Nederlanders zingen nu hun “songs” in het Engels. Ik ben zelfs bang dat er over honderd jaar nog nauwelijks jongeren te vinden zijn die Nederlands kunnen lezen en schrijven. Het ziet er naar uit dat de globalisering ook tot effect zal hebben dat we met elkaar Engels zullen spreken.
Engels is een rijke taal met 600 000 woorden die zowel uit het Germaans als het Romaans stammen. Weliswaar is het verband tussen spelling en uitspraak soms moeilijk maar de grammatica is niet bijzonder ingewikkeld. Er is dus niets tegen die taal te gebruiken, maar het zou wel jammer zijn als onze oude cultuur verloren ging omdat niemand meer Nederlands kan lezen. Het is nu al zo dat het Nederlands zich maar moeizaam vernieuwt, Engelse woorden voor nieuwe begrippen worden niet vertaald, maar klakkeloos overgenomen.
Het aantal mensen dat Engels als moedertaal heeft is helemaal niet zo groot, ongeveer 380 miljoen, minder dan de 400 miljoen mensen die Spaans als moedertaal kennen en veel minder dan 800 miljoen die Mandarijn (Chinees) als moedertaal hebben. Tellen we de tweede taal sprekers erbij dan klimt het Engels naar 1 miljard maar blijft kleiner dan het Chinees op de eerste plaats met 1,6 miljard. Toch denk ik dat als we afstevenen op een mondiale tweede taal, zodat we elkaar goed begrijpen, die taal niet het Mandarijn zal zijn, daarvoor is het schrift te moeizaam. De Chinezen hebben millennia de kans gemist van een beeldschrift over te stappen naar een fonetisch schrift met een beperkt aantal klinkers en mede klinkers. Het zal dus wel het Engels worden; bij internationale congressen e.d. is het nu al de voertaal, aan Nederlandse universiteiten wordt nu al vaak in het Engels gedoceerd.
Veel van de oudste geschiedenis berust op overlevering De oudste geschreven teksten die we kennen zijn vijf tot zesduizend jaar oud. Het begon met beeldtaal geschreven in kleitabletten, maar met het spijkerschrift, van omstreeks 3000 jaar voor Christus, wordt de eerste aanzet tot fonetisch, alfabetisch schrift al gegeven. De overgang van geschreven naar gedrukt schrift is eigenlijk heel recent, een precieze datum is niet te geven, maar het midden van het vorige millennium geeft een goede indicatie. Het drukken is nu al op zijn retour, om vervangen te worden door scherm lezen en digitale opslag, dat is een opslag in getallen in een rooster van Siliciumoxide moleculen. Of deze opslag zo duurzaam zal blijken als de kleitabletten van zes duizend jaar geleden uit het Tweestromenland tussen de Eufraat en de Tigris is voor mij nog een vraag.
Hoe erg is het als Nederlanders het Nederlands niet meer kunnen lezen? Langzaam maar zeker wordt veel, ook bij voorbeeld de Nederlandse geschiedenis, vertaald naar het Engels. Maar vertalen is nooit perfect. Ik lees zelf Engels en Duits, ik heb in Engeland en Duitsland gewoond. Ik lees in die talen geschreven boeken niet graag in Nederlandse vertaling. Vaak overkomt het me, als ik toch een vertaling moet lezen, dat ik zinnen tegenkom waarvan ik begrijp wat er in de originele tekst heeft gestaan en waarvan ik vind dat ze anders vertaald hadden moeten worden.
Het is onder jongeren trouwens geen “cool” onderwerp, geschiedenis; het hier en nu daar gaat het om, slechts een kleine minderheid heeft intellectuele interesse. In het woord intellectueel is het woord lectuur goed te herkennen. Lezen, zelfs scherm lezen, is bij jonge mensen niet erg populair. En dan denk ik nog niet eens aan de drug discodansers en bier sportkijkers.
Het Nederlands als volkstaal wordt in Europa zoiets als het Fries nu in Nederland.
Johannes Tegendraedt