Over tijdrekening gesproken

Wij baseren onze tijdrekening op de wenteling van de aarde om zijn eigen as, één omwenteling noemen wij een dag. De dag begint om middernacht in Greenwich in zuid Engeland, verder naar het westen begint de dag later. Helaas hebben we nog een tweede definitie van tijd bedacht en wel de tijdsduur van een wenteling van de aarde om de zon, dat noemen we een jaar. Op aarde zien we de zon bij het begin van het jaar recht boven de kreeftkeerkring, in de loop van het jaar staat de zon achtereenvolgens boven de evenaar, de steenbokkeerkring en nog een keer de evenaar, om na een jaar weer terug te zijn op zijn uitgangspunt voor het begin van het nieuwe jaar. Omdat de twee periodes bij deling geen geheel getal opleveren, maar iets tussen de 365 en 366 zitten we opgescheept met schrikkeljaren en dergelijke. Vroeger werd vrij algemeen de maankalender gebruikt, na twaalf keer nieuwe maan begon het nieuwe jaar. Een maanjaar is elf dagen korter dan een zonnejaar. Om de kool en de geit te sparen is ons zonnejaar nog steeds ingedeeld in twaalf maanden, het begin van een maand valt echter niet meer samen met een nieuwe maan.

Onze kalender heeft een begin nodig. Voor ons is dat de geboorte van Christus die inderdaad wel ongeveer omstreeks het jaar nul zal hebben plaats gevonden. De islam begint met de emigratie van Mohammed naar Medina precies te traceren als 622 n.Chr. Maar omdat hun jaar 11 dagen korter is, de islamieten gebruiken nog steeds een maankalender, halen ze die 621 jaar langzaam in. De joden beginnen als enigen met de schepping van het heelal door God die in 3761 v.Chr. heeft plaats gevonden. Zij gebruiken een aan de zon aangepaste maankalender met per 19 jaar 7 schrikkelmaanden. In Amerika in de biblebelt en in andere orthodoxe christelijke kringen wordt het jaar 4046 v.Chr. gehanteerd voor het tijdschip van de schepping van het heelal door God. De wetenschap dateert het ontstaan van het heelal, de oerknal, op 13,8 miljard jaar v.Chr. en het ontstaan van de aarde 4,5 miljard jaar geleden.

Ik kwam op deze gedachten nadat ik op de tv een interview had gezien met een lid van de tweede Kamerfractie van het CDA. In de zomer is het talent met vakantie en is er veel tijd voor Kamerleden en anderen die bekend willen worden om zich voor de camera geestelijk uit te kleden. Hij was ervan overtuigd dat het heelal door God geschapen is en dat zich daarin ook de hemel bevindt waar de gelovigen zich na hun overlijden weer treffen. De oerknal en zo vond hij allemaal onzin.

Intussen is de Juno na een reis van vijf jaar waarin 5 miljard Km werden afgelegd, deze zomer aangekomen bij onze mede planeet Jupiter. Interessant voor ons Kamerlid, tijdens Juno’s reis zijn geen sporen van een hemel ontdekt.

In Nederland mag iedereen geloven dat de aarde plat is en hij mag dat geloof ook verkondigen zolang hij er niet bij zegt dat alle mensen moeten worden gedood, die dat niet geloven omdat ze weten dat de aarde rond is. In het begin van de vorige eeuw waren er nogal wat wetenschappers die voorspelden dat “geloof” een aflopende zaak zou zijn omdat het kon worden vervangen door weten. Tot nu toe hebben zij ongelijk gekregen, in het bijzonder de islam is enorm gegroeid, meer dan verdrievoudigd; het aantal christenen is ongeveer gelijk gebleven al woont de meerderheid niet meer in Europa maar in Zuid Amerika. Ik weet niet wat de oorzaak is, maar dat het besturen van een ruimtesonde en het berekenen van zijn baan op een miljard Km afstand veel moeilijker is dan het opzeggen van Koran verzen en het eindeloos herhalen van God is groot, zal zeker een rol spelen.

Johannes Tegendraedt

Schrijf een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *