Over referendum gesproken

Laat ik beginnen met te zeggen dat ik geen voorstander ben van referenda omdat je meestal niet leert waarom de kiezers ergens voor of tegen zijn. Bovendien past het niet bij een democratie zoals wij die kennen, waarbij partijen of prominente leden van die partij, gemachtigd worden om bestuurders voor het land aan te wijzen en die te controleren. Een referendum is als het ware een testimonium paupertatis voor die vertegenwoordigers en bestuurders, zij zijn blijkbaar niet in staat de mening van de kiezer aan te voelen en daarna te handelen of de kiezer ervan te overtuigen dat hun handelen de enig juiste weg is uitgaande van de visie op de gemeenschap waar hun partij voor staat.

Het referendum over het handelsverdrag met Oekraïne is achter de rug en ik voel mij vrij erover te schrijven zonder de indruk te wekken dat ik kiezers wil beïnvloeden. Temeer omdat ook de voorbereiding voor dit referendum de tekortkomingen van de media, waar ik eerder over schreef weer zo pijnlijk duidelijk werden. Nergens feitelijke informatie, politieke figuren krijgen uitgebreid de gelegenheid de argumenten die hun mening ondersteunen te verbreiden waarbij de ‘one liners’ de plaats innemen van analyse.

Niemand scheen zich bijvoorbeeld te herinneren dat het ontwerp associatieverdrag tussen de Eu en Oekraïne de aanleiding was tot de burgeroorlog die nog steeds niet is uitgewoed en leidde tot veel doden, ontheemden, kapot gebombardeerde steden en de ramp met MH17. Deze realiteit staat loodrecht op de bewering dat het verdrag de rust in (één van) de landen aan de grens met de EU zou bevorderen.

De bewering dat de Russen de Krim hebben gejat van Oekraïne is zonder toelichting ook tamelijk belachelijk. De Krim is sinds honderden jaren onderdeel van Rusland, er wonen ook nauwelijks Oekraïners. In de tweede wereldoorlog was Sebastopol op de Krim, als Russische oorlogshaven van onschatbare waarde en zonder succes fel verdedigd door Rusland tijdens een maandenlange belegering door de nazi’s. De Krim is zonder enige volksraadpleging tijdens het communistische bewind in Rusland in 1954 door Chroetstjov administratief bij Oekraïne ondergebracht. Toen dachten de leiders nog, dat het niet veel uitmaakte omdat de Sovjet-Unie eeuwig zou bestaan.

Het Nederlandse volk heeft intussen gesproken en volgens de meningvragers is het voornaamste bezwaar van de tegenstemmers de mogelijke toetreding van Oekraïne tot de EU. Dat is wat de huidige regering van Oekraïne wil, toetreding tot de EU en … tot de Navo. net als de Baltische staten en andere Oost Europese staten die na de tweede wereldoorlog in de Russische invloedssfeer kwamen en dus communistische regeringen kregen. Zij waren gewend uit Moskou hun instructies te ontvangen en hebben daar slechte herinneringen aan. Zij wilden dus per se ook in de Navo om helemaal zeker te stellen dat ze nooit meer terug hoeven naar de horigheid. Voor ons zijn ze een groot risico want als ze een oorlog ontketenen met Rusland worden we automatisch meegezogen.

Vergeleken met Nederland heeft Oekraïne drie maal zoveel inwoners, is ongeveer zo groot als Frankrijk en heeft een nationaal inkomen zo klein als de helft van Nederland, per hoofd van de bevolking dus een zesde van Nederland. Een armenhuis waarmee wij volgens de bedenkers van het verdrag profijtelijk moeten handelen. Subsidie stromen uit Brussel naar Oekraïne lijken mij waarschijnlijker.

De discussie met en over Rusland is intussen weer aangeland op de methode van de koude oorlog, die gelukkig nooit een echte oorlog werd. Mede daarom zou ik willen dat de vroegere Russische vazalstaten geen lid van de EU en helemaal geen lid van de NAVO zijn. Een echte bufferzone tussen Rusland en een groeigraag Brussel met een over de schouder kijkende Uncle Sam ware mij liever en zou mijn nachtrust bevorderen.

Johannes Tegendraedt

Schrijf een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *