Het oudste verdrag dat de rechten van de mens regelt is de MAGNA CARTA, in 1215 getekend door de Engelse koning Jan Zonderland.
De bekendste is ongetwijfeld de Universele Rechten van de Mens van 1948. Kort na de tweede wereldoorlog aangenomen door de Verenigde Naties ademt het de geest dat zoiets als de Holocaust van de Joden nooit meer voor zou mogen komen. Het gaat om een verklaring, geen verdrag, hoewel het vaak gebruikt is door lidstaten om hun wetgeving aan op te hangen.
Het is eigenlijk meer een lange lijst van wenselijkheden, een recht op schoon water, dat in 2010 werd toegevoegd is prima, maar als er geen geld of geen water is wordt het recht inhoudsloos. Er is ook wel eens voorgesteld aan de lijst van rechten een lijst van universele plichten van de mens toe te voegen, maar daarvoor waren geen handen op elkaar te krijgen.
De Rechten worden ook niet universeel toegepast. De Islamitische landen bijvoorbeeld zeggen dat in geval van verschillen tussen de rechten van de mens en de moslimse wet, de sharia, en er zijn veel verschillen, de sharia geldt want dat is het woord van God.
Ook het recht op asiel is in de verklaring opgenomen. Wie uit een oorlogsgebied vlucht moet asiel verleend worden. Wie daarna terugkeert naar zijn geboorteland om mee te vechten valt onder dezelfde regels als de geboren Nederlander die gaat meevechten.
Hij, die zich in vreemde krijgsdienst begeeft zonder toestemming des Konings, verliest zijn Nederlanderschap en wordt gestraft met maximaal 15 jaren hechtenis en een boete in de hoogste categorie.
Als we deze oude wet, nu nog zouden hebben, zouden uit Syrië terugkerende moordenaars zich wel twee keer bedenken. Merk op, dat nergens staat dat aan een strijd moet zijn deelgenomen, mensen gedood moeten zijn of iets dergelijks. Het simpele feit dat iemand bij een vreemde krijgsmacht hoorde is genoeg en dat is veel gemakkelijker te bewijzen c.q. aannemelijk te maken.
Het Franse vreemdelingenlegioen wist en weet dat, als je je aanmeldt als legionair en als je goed meevecht word je na verleende diensten beloond met de Franse nationaliteit en soms een nieuwe identiteit.
De tweede Kamer neemt tegenwoordig niet meer genoegen met een controlerende taak en gaat vaak op de stoel van de regering zitten zodat die nauwelijks ruimte heeft voor beleid. Daarom zitten we nu opgescheept met een reeks wetten waarin is vast gelegd wanneer wel en wanneer er niet in vreemde krijgsdienst mag worden getreden, wetten, die het bijna niet mogelijk maken de huidige Syriëganger te veroordelen.
In de universele rechten van de mens staat ook dat iemand zijn staatsburgerschap niet mag worden ontnomen als hij daardoor statenloos wordt. Nu hebben veel terugkerende jihad strijders een dubbel paspoort, zowel een Nederlands als één van hun land van oorsprong, maar er zijn ook landen waarvan je het staatburgerschap automatisch verliest als je een ander staatsburgerschap verkrijgt.
Het zou in dit en in veel andere gevallen gunstig zijn als een inperking van de universele rechten, die bedoeld zijn voor fatsoenlijke mensen en niet voor criminelen, mogelijk zou zijn. Een tweede veroordeling voor een misdrijf waarop een maximum straf staat van meer dan twee jaar zou automatisch kunnen leiden tot een inperking van het recht op privacy, zodat het eenvoudiger wordt een derde misdaad te voorkomen. Het zou ook goed zijn als een dergelijke veroordeling inhoudt dat de veroordeelde geen recht meer heeft op uitkeringen waarvoor hij geen premie heeft betaald en dat hij de kosten van zijn opsluiting zelf moet betalen.
Het aanpakken van zware criminelen met fluwelen handschoentjes heeft geen afschrikwekkend effect, de criminelen lachen je uit.
Johannes Tegendraedt