Dick Swaab, emeritus hoogleraar neurobiologie van de Universiteit van Amsterdam heeft in 2010 een lijvig boek gepubliceerd met als titel ‘Wij zijn ons brein’, met als ondertitel ‘van baarmoeder tot Alzheimer’. Het boek is ongelooflijk populair geworden, we zijn nu bij de negentiende druk.
Studenten in mijn tijd dachten nog dat prikkels in ons zenuwstelsel fysische verschijnselen waren, zoiets als elektriciteit die zich voortbeweegt in een koperdraad. Dit beeld is intussen fout gebleken. Het gaat om chemische reacties tussen grote moleculen die precies in of tegen elkaar passen en zo informatie doorgeven. Daarover gaat het boek van Swaab niet, hoewel er af en toe zonder nadere verklaring wel eens wat referentie codes van deze moleculen en van delen van onze genen worden vermeld.
Waar het wel over gaat zijn de sociale implicaties, wat kan wanneer voorkomen worden en wat kan wanneer en hoe herkend en genezen worden. Wie zich op dit terrein begeeft ontmoet daar mensen die weinig belangstelling hebben voor wetenschap omdat ze toch al weten hoe de vork in de steel zit.
Nemen we als voorbeeld de homofilie. Volgens Swaab en zijn medewerkers ontstaat homofilie al in de baarmoeder doordat (tijdelijk) de toevoer van testosteron naar de foetus kleiner is dan noodzakelijk. Hierdoor ontstaat een afwijking in de hypothalamus, een deel van de hersenen. Homofilie is dus geen keuze maar een gevolg.
Hiertegen liepen Henk Krol, toen redacteur van de Gay Krant en vele andere homo’s te hoop, motto: we zijn weer ziek verklaard. De discussie heeft heel onfrisse vormen aangenomen met doodsbedreigingen aan het adres van Swaab en met het pesten van zijn kinderen.
De meest betrouwbare statistieken, voor veel mensen is seksualiteit nog steeds een taboe onderwerp, suggereren dat 2 tot 3 procent van de Nederlandse bevolking onder de definitie van Swaab valt. Vraagt u Jan Modaal naar zijn mening dan zegt hij soms dat 20 procent van de Nederlanders homofiel is. Deze misvatting ontstaat doordat de homoseksuelen onevenredig veel aandacht opeisen. In een tijd waar jonge mannen slecht tot een burgerlijk huwelijk zijn te bewegen omdat ze, in het niet onwaarschijnlijke geval van een scheiding, worden gediscrimineerd, willen homo mannen per se burgerlijk huwen. Voornamelijk uit een drang tot demonstratie zou ik zeggen.
Terug naar Swaab. Hij is een verklaard tegenstander van de maakbare mens, de naïeve gedachte, die vooral in de ‘vooruitstrevende scene’ in de tweede helft van de vorige eeuw opgeld deed. Alle kinderen worden gelijk geboren, het is de omgeving, de opvoeding of gebrek daaraan, die ze maakt tot crimineel of tot voorbeeldig staatsburger. Dat zoiets als intelligentie erfelijk zou zijn kon eigenlijk niet hardop worden gezegd, laat staan geschreven. Dat het aantal kinderen dat vrouwen krijgen omgekeerd evenredig is met hun kennis en intelligentie was een vloek in de kerk.
Een vooraanstaand celbioloog zei desgevraagd ooit, dat hij niet gelovig kon zijn omdat voor hem geloof en wetenschap elkaars tegengestelde waren. Het zal duidelijk zijn dat socialisme en andere ismen, door mij ingedeeld worden bij de geloven. ‘Weten is meten’ is mijn devies. Dat geldt ook voor zaken als de vrije markt of de vrije liefde, het kan heel anders uitpakken dan de gelovigen verwachten.
Het wachten is nu op een wetenschapper die hardop durft te zeggen dat het maakbare klimaat ook onzin is.
Tot slot de door Swaab voorgestelde uitburgeringscursus. Deze cursus is niet bedoeld voor asielzoekers die terugkeren naar hun land van herkomst maar zou verplicht zijn voor alle Nederlandse burgers voor wie de dood nadert. De wettelijke en emotionele aspecten van euthanasie, palliatieve sedatie, van versterven en van hulp bij het sterven zouden aan de orde moeten komen. Ik ben er voor, zij het voor een vrijwillige cursus, ik zou alleen het vererven, het erflaten mee aan de orde willen stellen.
Johannes Tegendraedt
Naschrift: Een lezer, die anoniem wil blijven heeft kritiek op mijn paragraaf over homo’s in mijn vorige column. Eén zin uit zijn mail lijkt mij ook voor de lezer interessant. Zijn homoseksuele zwager, zo schrijft hij, heeft hem dertig jaar geleden al verteld dat het woord homofiel is verouderd en vervangen door homoseksueel. Mijn Van Dale zegt daar niets over, ik zou het trouwens jammer vinden. Homofiel komt uit het oud grieks en betekent ‘iemand, die van mensen van zijn eigen geslacht houdt’, terwijl homoseksueel suggereert dat het alleen om de seks gaat. De homoseksuele zwager is ook interessant, als het een schoonbroer is, zou hij niet met een zuster maar met een broer van de schrijver getrouwd moeten zijn.