Naatje van de dam
Moest verdwijnen voor de elektrische tram
Nu honderd jaar geleden werd in Amsterdam de paardentram vervangen door de elektrische tram. Het was de tijd van de eerste wereldoorlog die naar ieders overtuiging slechts zes maanden zou duren. Het blijkt dat we weliswaar aardig kunnen inschatten hoeveel KW elektriciteit over vijf jaar nodig is, maar zodra er gedachtegoed, geloof, cultuur en andere zaken, die zich slecht in modellen laten vangen, aan te pas komen, komt er van het waarzeggen niets meer terecht. Niemand heeft het Nationaal Socialisme in Duitsland voorspeld en de gevolgen daarvan voorzien. Niemand in die tijd nam het communisme serieus als mogelijke cultuur van een wereldmacht.
In onze tijd waren velen ervan overtuigd dat de autocratische regimes in het Midden-Oosten en Noord Afrika hun langste tijd gehad hadden, men verwachtte een revolutie en daarna modernere staatsinrichtingen. De revolutie is er gekomen maar niet naar voren, maar terug in de tijd naar een theocratie met een rechtssysteem uit de zesde eeuw met meedogenloze trekken en vol discriminatie van vrouwen en andersdenkenden. Niet alleen is het niet zo voorspeld, maar er is ook nauwelijks een verklaring voor te vinden. Het merkwaardigste van alles is, dat degenen, die zoveel bommen op hun huis en haard gekregen hebben, dat ze alles hebben verloren en op de vlucht gaan naar groenere weiden, dat deze mensen hun rotsvast geloof in Allah hebben behouden en het meenemen op de vlucht. Afshin Ellian (elsevier), ex Iran, zei daarover: Ik ben gevlucht voor de baardmannen, maar ze zijn me achterna gekomen.
Een lid van de Nederlandse tweede kamer wilde dwingend van de regering weten wat de prognose voor het aantal asielzoekers voor het lopende jaar is. Prognoses zijn echter een beetje uit de tijd, we werken nu met scenario’s, als iets bepaalds gebeurt komen er zoveel, als er iets anders gebeurt komen er zoveel meer of minder. Hoe meer bommen hoe meer vluchtelingen, hoe lager de uitkeringen en hoe slechter de verzorging, hoe minder vluchtelingen naar Nederland. Op deze scenario’s kun je een beleid baseren. Bedrijven doen dat, om een beleid te vinden waarbij ze onder alle waarschijnlijke scenario’s winst te maken.
Een ding is wel duidelijk, mijn tijdgenoten en ik hebben in een goede tijd geleefd. Sinds de tweede wereldoorlog zijn welvaart en welzijn in Nederland alleen maar toegenomen, daarbij is het aantal werkuren sterk afgenomen. Er zijn echter een aantal donkere wolken ontstaan.
De Chinezen hebben ontdekt dat ze de horloges en scheerapparaten die ze goedkoop voor westerse bedrijven maakten, ook zelf kunnen verkopen. De grote marges die de westerse firma’s maakten verdwijnen. Ik koop nu een goed en waterdicht horloge bij de Chinese bazaar voor vijf euro en een elektrisch scheerapparaat voor zeven euro. Aan Nederlandse ongeschoolde arbeiders, die meer dan dertig euro per uur kosten, is steeds minder behoefte.
Onze verzorgingsstaat, die voor een flink deel gefinancierd is met aardgasinkomsten (Dutch Disease), zal niet houdbaar blijken en het pensioen van de toekomst gaat ook tegenvallen. De rente op kapitaal wordt laag gehouden door de Europese Centrale Bank, zogenaamd om de economie te stimuleren, in werkelijkheid om de financiering van de staatsschuld goedkoop te houden. Ondanks die lage rente is er in de staatsschuld niet veel ruimte voor groei om de verzorging te financieren. Met een lage rente wordt echter een pensioen opbouw heel moeilijk. De jongeren van nu zullen moeten werken tot ze het niet meer kunnen.
Ze gaan het minder prettig krijgen dan wij het hadden. Veel zal ervan af hangen of ze bereid blijken het schreeuwen op de tribune van een voetbalclub te ruilen voor een avondstudie en het ontspannen met wiet en bier voor een deel te veranderen in extra werkuren. Het ‘superieure’ blanke ras heft zich intussen zelf op, over honderd jaar zijn we allemaal lichtbruin.
Johannes Tegendraedt