Over geloof gesproken

De familie Tegendraedt was vroeger eigenaar van een landgoed in Brabant en was goed Rooms. Na de tweede wereldoorlog hebben we de Roomse kerk en het landgoed verlaten en zijn we ongelovig geworden.

Wij waren geen uitzondering, velen in Europa verlieten de Christelijke kerk. Er zijn een aantal oorzaken voor deze ontkerkelijking. De belangrijkste is wel de toegenomen kennis van de Europeaan. Hij zoekt geen bescherming meer bij God en bij mijnheer pastoor tegen een bliksemschicht, hij heeft een bliksemafleider op zijn dak. Alle zegen komt van boven werd er vroeger gezegd, maar sinds er foto’s van de aarde vanuit de ruimte zijn gemaakt, heeft iedereen kunnen zien dat daarboven echt niets is.

Iedereen mag in Nederland geloven wat hij wil maar het geloven van opvattingen, die door de wetenschap als onjuist zijn ontmaskerd, is wel onpraktisch.

De starheid van de christelijke kerkvaders, die het woord van de profeten als het onfeilbare woord Gods wilden beschouwen en dus iedere verandering in het geloof en toetsing van het geloof aan de verbeterde inzichten uitsloten, heeft ook niet geholpen. In een vorige column schreef ik al dat in mijn zienswijze de mens geen schepping is van God, maar dat God een schepping is van de mens. Het paradijs en de hemel horen thuis in de verbeeldingswereld van de mens, net als Luilekkerland waar de gebraden ganzen je in de mond vliegen.

De recente heiligverklaring van twee dode pausen waarvan bewezen is dat ze wonderen hadden verricht, was in onze ogen ook een lachwekkende vertoning.

Moderne rechtstaten hebben nu een grondwet, waarin de rechten en de plichten van de burger en de overheid zijn vastgelegd. Iedere burger en iedere organisatie valt onder de grondwet. Recentelijk heeft de Staatkundig Gereformeerde Partij moeten leren dat in de statuten van een vereniging geen discriminatie van vrouwen mag staan.

Je kunt niet delen van de wet voor jou niet toepasselijk verklaren; je kunt wel vertrekken en je staatsburgerschap opgeven.

In Nederland mag je geloven wat je wilt, maar je mag niet oproepen tot handelingen, die wettelijk verboden zijn.

Het oproepen tot de vestiging van een staat die is gebaseerd op de sharia, de moslimse wet die op veel punten strijdig is met de Nederlandse grondwet, behoort dus ook verboden te zijn. De tijd dat geestelijke leiders ook wereldlijke bevoegdheden konden opeisen hebben we hier gelukkig al lang achter ons gelaten.

Het zou goed zijn van iedere niet Nederlander, die een Nederlands paspoort wil, een verklaring te eisen dat hij begrijpt en accepteert dat religieuze wetten subsidiair zijn aan- en niet strijdig mogen zijn met de wetten van de Nederlandse staat.

Van de kinderen die bij hun geboorte het Nederlanderschap krijgen, kun je zoiets niet verlangen, maar je kunt er wel voor zorgen dat de organisatie van de Nederlandse staat en de rechten en de plichten van de burger ruim aandacht krijgen in alle stadia van het onderwijs. Iedere Nederlander wordt geacht de wet te kennen, daar moet dan ook wel wat moeite en tijd in gestoken worden.

De koran en moskee scholen kan ik daarbij missen als kiespijn. De school met de bijbel en de parochieschool waar les wordt gegeven door paters hoeven voor mij ook niet.

Het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs vind ik typisch een taak van de overheid, het geloof hoort thuis in de kerk en de moskee. Wat mij betreft kan de Bijbel samen met de Koran, de Thora, de sprookjes van Grimm en het Kapitaal van Karl Marx naar de boekenplank met beroemde maar achterhaalde verhalen.

Johannes Tegendraedt

Schrijf een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *