In Nederland gaan twee tot drie miljoen banen verloren tengevolge van robotisering, kopt de NRC van 1 oktober. Is dat even schrikken! Heel Nederland staat volgend jaar vol met lompe stalen mensen, die het werk doen dat daarvoor door nette Nederlandse werkers werd gedaan.
Bij lezing van het artikel blijkt dat de titel gekozen is om angst te wekken en zo lezers te trekken. Ook blijkt dat het artikel lijkt op een verhaal dat eerder in ‘The Economist’ verscheen en dat is weer gebaseerd op werk van Harvard.
Het begint al met te zeggen dat u niet volgend jaar overbodig wordt, dat er zelfs helemaal geen tijdschaal is te geven, waarmee het hele verhaal een soort open deur wordt. Bovendien blijkt het niet over robotisering te gaan maar over automatisering. Natuurlijk kun je machines die nu auto’s in elkaar lassen robots noemen. Maar ze hebben niets menselijks, lasautomaten is een beter woord. Natuurlijk kun je een geheugenstaafje van twee cm, dat in een auto de plaats inneemt van een chauffeur, een stoker in het Nederlands, een robot noemen maar dat lijkt merkwaardig, automatische bestuurder is beter en sluit ook beter aan bij de automatische piloot die een vliegtuig bestuurt.
Automatisering is al lang met ons, eigenlijk al sinds de oermens een strik en een net gebruikte om prooi te vangen zonder daarbij aanwezig te zijn. De weerstand ertegen kenden we ook al lang, al een kleine eeuw geleden maakte Charley Chaplin ‘Modern Times’, een kritische film, die de ontmenselijking van lopende band werkers als onderwerp had. Het automatische weefgetouw is er al van af de tweede helft van de achttiende eeuw, in dezelfde periode is de stoommachine van James Watt ontstaan.
Ook toen waren er al mensen die waarschuwden dat door de machines het brood uit de mond van de arbeider gestoten zou worden, maar in de praktijk is het materiële welzijn van de arbeider door de automatisering enorm gegroeid en voor dit welzijn werkt hij nu nog minder dan de helft van de tijd die vroeger gebruikelijk was. De arbeider is dan de ‘westelijke’ arbeider. De Chinezen en Indiërs bijvoorbeeld hebben de boot gemist, maar zijn nu begonnen aan een inhaalslag. Dat betekent dat, als wij niet iets nieuws bedenken, het voor ons afgelopen is met de groei van het welzijn en dat we ons gelukkig moeten prijzen als we kunnen houden wat we hebben.
Voor mij is een verdergaande automatisering geen bedreiging, ook geen bedreiging voor de onderkant van de sociale ladder, maar een mogelijkheid om onze voorsprong op Chinezen en Indiërs te behouden.
De donkere wolken zijn tweeërlei. Onze jongeren kiezen massaal de weg van de minste weerstand, kiezen een pretpakket op het VWO en studeren kletsvakken zoals sociologie en psychologie, vakken die gelden als gemakkelijk, en mijden de exacte en de technische vakken, die op slimme, bevlogen uitvinders wachten.
Anderzijds worden wij Nederlanders gemiddeld steeds dommer. Begaafdheden zijn erfelijk en helaas hebben begaafde ouders veel minder kinderen dan de niet erg begaafde. Op het IQ heeft dat geen invloed omdat het IQ een relatief begrip is, het IQ van Jan Modaal is per definitie honderd en blijft gelijk.
Wat te doen? We zouden de ‘Brave New World’ van Aldous Huxley, een wereld die ons sinds 1932 obsedeert, naar het museum moeten brengen en met elkaar afspreken dat onze mores het best toelaten dat vrouwen, die een kind willen, een bevruchte eicel krijgen ingeplant, eicel en zaad van begaafde donoren.
We zouden een numerusclausus kunnen instellen voor vakken die niet bijdragen aan de technische innovatie en we zouden meer bekendheid kunnen geven aan het op de huidige situatie zeer toepasselijke boek van Gibbon, getiteld ‘The decline and fall of the roman empire’ dat in 1782 verscheen en uit de doeken doet hoe het eeuwigdurende Romeinse rijk in elkaar stortte terwijl de Romeinen met een volle buik en een glas in de hand hun ‘sterren’ toejuichten in de arena.
En, als dat allemaal niet lukt, ja dan lijkt het mij zinnig te leren hoe je ‘ja mijnheer’ zegt in het chinees.
Johannes Tegendraedt