Als we spreken over nivellering dan bedoelen we meestal nivellering van inkomen. De hogere inkomens leveren in, de lagere inkomens profiteren zonder dat er bij hen enige extra inspanning tegenover staat.
Nivelleren is goed voor de groei van de economie wordt er gezegd want, de hogere inkomens potten op en de lagere geven uit. Weer een voorbeeld van korte termijn denken. Op een langere termijn krijgen de lagere inkomens in de gaten dat je ook zonder je al te zeer in te spannen een aardig inkomen kan vergaren en begrijpen jongeren dat je inspannen om iets te leren niet loont. De economie krimpt zowel in volume als in kwaliteit.
Voor degenen die het precies willen weten zijn er de geschriften van Bas Jacobs, waarin het allemaal wordt voorgerekend. Hij was destijds lid van de PVDA, dus uit onverdachte hoek.
Toch vinden ook de voorstanders van nivellering het normaal dat hun chef meer verdient dan zijzelf, zij spelen ook met het idee hun chef nog eens op te volgen. Twintig pro cent meer, is de communis opinio, is redelijk. Laten we eens kijken hoe dat uitwerkt bij een grote, complexe organisatie als het leger. Het leger heeft veel niveaus nodig, 2 maal soldaat,1 maal korporaal, vier maal onderofficier, drie maal officier, drie maal opperofficier en vier maal generaal. In totaal dus 17 maal 20%, dat is 1,20 tot de macht 17, (1.2×1.2×1.2, 17 keer) dat is ruim 22. Een generaal moet dus na belasting net zoveel verdienen als 22 soldaten. Stel een soldaat verdient nu netto € 15000 per jaar dan moet een generaal, we kunnen ook zeggen de generaal want Nederland heeft er meestal maar één, 22 maal 15000 dat is €330000 netto, of wel €660000 bruto verdienen, dat is zeer ver boven de Balkenende norm, er is dan ook geen sprake van dat in het leger de chef 20 pro cent meer verdient dan zijn naaste medewerker, het verschil is eerder 10 procent, een magere drijfveer om je in te zetten voor promotie. Een nog verdere nivellering werkt op den duur remmend op de economie.
De graaiers, waar veel mensen zich terecht aan ergeren, is een ander onderwerp. Zij moeten niet bestreden worden met verdere nivellering maar met beter toezicht. Weinigen kunnen op eigen kracht de verleiding tot graaien in de kas weerstaan, meer en beter toezicht is op zijn plaats. Het inkomen van directeuren van grote bedrijven bijvoorbeeld, wordt nu gecontroleerd door de raad van commissarissen. Deze commissarissen zijn veelal ex-directeuren van vergelijkbare bedrijven, van hen is niet veel tegenwind te verwachten als directeuren eens flink willen toetasten.
Terug naar ons probleem, waar moet de politiek het geld vinden nu vijftig procent van alle Nederlandse uitgaven al door de overheid worden gedaan, om de cadeaus te betalen die nodig zijn om stemmen te winnen.
Het lijkt er nu naar toe te gaan dat de rekening zal worden gelegd bij de ouderen. Ouderen hebben tijdens hun leven wat opgebouwd, jongeren moeten dat nog doen, niet zo verbazing wekkend. Jan Oud-Modaal en daarboven heeft een (gedeeltelijk) vrij eigen huis, een lijfrente en sommigen hebben ook nog spaargeld.
Om met het laatste te beginnen, wie nu zijn spaargeld op de bank heeft staan of heeft belegd in staatsleningen moet er rekening mee houden dat onder de huidige verhoudingen de waarde van zijn spaargeld in twintig jaar halveert, geruisloos geïncasseerd door de overheid. Dat de overheid sparen zou stimuleren is een lachertje.
Met de lijfrente in Nederland ook wel pensioen genoemd, ligt het anders. De betaling van belasting over de premie en over de rente van het vergaarde kapitaal wordt uitgesteld tot de tijd dat de lijfrente wordt uitbetaald. Een echt voordeel dat de onverzadigbare overheid nu overweegt te verminderen door bijvoorbeeld de pensioenfondsen belasting te laten betalen over de rente inkomsten. Als het pensioen dan niet gedeeltelijk belasting vrij wordt, betaalt u dus twee keer.
Deze column wordt te lang. Op het huis dat u bezit kom ik nog wel eens terug. De conclusie is niet anders dan de conclusie die volgt uit het bovenstaande.
U moet niet sparen maar uw kapitaal opmaken, chique reizen, feestvieren, opeten, opdrinken, niet een menu van tien euro maar ossenhaas, geen wijn van het huis maar mooie wijnen. En als u kinderen heeft, waar u van houdt, geef ze dan alles wat u belastingvrij mag schenken.
Dat laatste doen de Tegendraedten al vele jaren, het eerste gaan we oefenen.
Johannes Tegendraedt