Wij Tegendraedten zijn geen sporters We slaan een balletje golf of tennis voor de ontspanning, maar ook daarbij blinken we niet uit.
We zijn ook geen enthousiaste sportkijkers. We gaan niet naar een café om met een biertje in de hand een Nederlandse sporter op het TV scherm aan te moedigen.
Het laatste doet me trouwens sterk denken aan één van de bioscopen in mijn geboortestad, waar ‘held en schurken’ films werden getoond. Als de held, starend in de verte, van achteren werd beslopen door de schurk riep de hele zaal: kijk uit, achter je!
De bier drinkende café sporter weet ook veel beter dan de spelers op het scherm wat er had moeten gebeuren. Het ‘schiet dan’!, is niet van de lucht en de emotie loopt hoog op.
Niet dat wij Tegendraedten geen respect zouden hebben voor sporters die uitblinken in hun sport. Weliswaar hoef je als topsporter niet te weten wat imaginaire getallen zijn of wat de Napoleontische wet nu nog voor ons betekent, maar je moet wel een doorzetter zijn, opgewassen tegen blessures, teleurstelling en een leven vol afzien, alles voor schaarse momenten van triomf.
Als biersporter in een café voor het grote scherm heb je daar niet zoveel last van. Als Nederlander deel je in de triomf van de Nederlandse topsporter zonder dat je hebt gedeeld in het afzien.
Ook de grote schare van profiteurs die meeliften met de topsporter heeft niet onze bewondering. Bij sportieve gebeurtenissen is het aantal reporters, cameramensen en officials vaak groter dan het aantal sporters en de politici die zich komen profileren in de triomf van de sporter, verdringen elkaar voor de TV camera’s.
Sport is ook big business geworden. Het internationale prestatieniveau ligt zo hoog dat je alleen kan meetellen als je je volledig aan de sport kan wijden. Dat kost geld, gemeenschapsgeld. Daarnaast komt geld van twee kanten. Enerzijds betalen toeschouwers entree om wedstrijden bij te wonen, anderzijds betalen sponsors bijdragen als de sporter bekend maakt dat hij zo sterk is omdat hij veel kaas eet of dat hij kan winnen omdat hij op een matras slaapt van de firma sportmatras.
De omzet van de sportindustrie is enorm, in Nederland ongeveer 10 miljard euro per jaar. Een heel precies cijfer is niet te geven zonder van te voren af te spreken of bijvoorbeeld de bejaardengymnastiek bij de sport of bij de gezondheidszorg hoort en of het beroepsvoetbal bij de sport of bij het volkstheater thuishoort.
Het toppunt van sportkijkspel zijn om de twee jaar de Olympische spelen, zo genoemd naar een dorp in de Peloponeseus waar meer dan twee duizend jaar geleden de Griekse staten elkaar om de vier jaar in de arena bevochten in plaats van op het slachtveld. Voor iedere staat ging het erom dat zijn vertegenwoordigers die van de andere staten overwonnen.
Het nationalisme is gebleven, ook nu zijn de toeschouwers er voornamelijk in geïnteresseerd of vertegenwoordigers van hun land met de medailles naar huis komen. Daarnaast gebruiken belangen- en pressiegroepen de gelegenheid om hun mening aan een groot publiek te verkondigen. Mensen die helaas een geslachtsorgaan hebben dat niet past bij hun lusten willen daar een demonstratie van maken. Mensen die denken dat de mens in staat zou zijn om de temperatuur op aarde te veranderen willen het recht om naar eigen inzicht de installaties te vernielen van degenen die volgens hen de veroorzakers van die temperatuurverhoging zijn.
De sporters hebben andere zorgen. De tijdmeting is zo nauwkeurig geworden dat je kunt verliezen met een verschil van enkele honderdsten van een seconde. Het geringste verlies van concentratie is voldoende om de gedroomde eerste plaats te missen. De temperatuurstijging op aarde is voor hen irrelevant, het gaat om de temperatuur en de hardheid van het ijs in het stadion.
Johannes Tegendraedt