Over geluk gesproken

Hij bikt en bikt en breekt de steen,
In eendere takt en één voor één.

Ik weet niet meer waarvan deze regels stammen. Ze doen denken aan het verhaal van de Japanse steenhouwer. Hij was ontevreden over het zware werk dat hij moest doen en toen de koning voorbij kwam wilde hij koning zijn. Een machtige geest maakte hem koning maar de zon deed hem zuchten van warmte en hij was niet tevreden, hij wilde de zon zijn. Hij werd de zon en straalde tot iedereen zuchtte van de hitte, maar toen schoof een wolk voor hem en hij was niet tevreden hij wilde een wolk zijn. En hij werd een wolk en regende pijpenstelen, maar de rots trok zich niets aan van de regen en hij was ontevreden, hij wilde de rots zijn. Hij werd de rots, maar toen kwam er een kleine steenhouwer die stukken hakte uit de rots en hij was niet tevreden, hij wilde steenhouwer zijn. En hij werd steenhouwer en hij was tevreden.

Ik en velen van u kennen dit verhaal uit de Max Havelaar van Multatuli maar het is ouder. In het Nederlands is het eerder beschreven door Baron Ruell, die in de tweede helft van de negentiende eeuw als eerste Nederlander de slavernij veroordeelde. Volgens mij is het verhaal nog veel ouder en heeft Ruell het verhaal opgesnoven tijdens zijn verblijf in Indië

Geluk is iets heel anders dan tevredenheid. Je kunt je hele leven tevreden zijn en nooit gelukkig. Geluk heeft de exponent van opwinding, uit je dak gaan zeggen jongeren. Ik heb hier nog nooit mensen uit een dak zien komen maar ik kan me bij de woordkeus wel iets voorstellen. Een geluksgevoel bereiken is moeizaam en tijdrovend en zonder wat hulp van het lot gaat het ook niet.

Velen zoeken daarom een korte sluipweg naar het geluk en slikken, prikken, snuiven of roken stimulerende middelen. Een dergelijk geluk is echter net zo synthetisch als de middelen die worden gebruikt en leidt niet tot een verzadigd geluk. Het doet slechts verlangen naar meer, nooit genoeg. Ik kan me ook niet voorstellen dat het roken van weed niet net zo ongezond is als het roken van tabak.

Wij Tegendraedten doen niet mee. Wij roken ook niet meer. Toen, nu dertig jaar geleden, de artsen ophielden met roken raakten wij overtuigd dat het echt beter was er mee op te houden. En meer of minder gemakkelijk zijn we er allemaal in geslaagd de sigaar of de sigaret te laten staan. Van een oudoom die wat moeite had met het ontwennen is de uitspraak: ophouden met roken, heel eenvoudig, ik heb het al zes keer gedaan.

Bij de opiaten en de amfetaminen ligt het anders, de ontwenning leidt tot zwaar lichamelijk lijden en is slechts weggelegd voor mentaal sterke personen, die in gebruikersland zeldzaam zijn. De overeenkomsten met alcohol dringen zich op. Maar sinds de ‘prohibition’, het verbod op het verkopen en drinken van alcohol in de dertigerjaren van de vorige eeuw in Amerika, een aanpak die verdronk in de criminaliteit en een grote mislukking werd, is alcohol geaccepteerd als genotmiddel ondanks de ellende die de alcohol veroorzaakt. Maar de criminaliteit, zoals illegale stokerijen, rond de verkoop van alcohol is gering en de Nederlandse staat int een miljard euro per jaar aan accijns, een soort compensatie voor de ellende.

Ik ben ervoor de drugs op dezelfde manier als alcohol te behandelen. Er komen niet meer verslaafden dan nu, ze worden alleen zichtbaarder, de prijs van de drugs blijft gelijk, alleen de criminaliteit rond de drugs verliest zijn inkomstenbron want de staat introduceert wel een flinke accijns. Of een jongen zich in coma wil zuipen, spuiten of snuiven maakt mij niet uit. Misschien moeten zijn ouders eens ter verantwoording worden geroepen.

Een leuk bijeffect, de politie heeft weer tijd om dieven en inbrekers te vangen.

Johannes Tegendraedt

Schrijf een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *