Slapen doen alle mensen, maar niet allemaal even lang. Standaard brengen we acht uur per dag of wel een derde van ons leven slapend door. Ouderen en baby’s slapen wat langer, jong volwassenen wat korter.
Een collega van mij heeft in Amerika gestudeerd en was met zijn examens in tijdnood geraakt. Hij besloot toen maar vier uur per nacht te slapen. Dat lukte en hij slaagde met goede cijfers voor alle vakken. Hij was zelf zo blij met het gemak waarmee hem dat gelukt was, dat hij besloot het vol te houden. Toen hij vijftig werd sliep hij nog steeds vier uur per dag en verbaasde in vergaderingen iedereen met zijn feitenkennis opgedaan tijdens de nachtelijke uren.
Slapen doen we in een bed en de reclame voor bedden is niet te ontwijken. Op NPO treedt een doctoranda op die bedden heeft gestudeerd en er zich toe leent een bepaald merk aan te bevelen. De beddenwetenschap was mij tot nog toe ontgaan, het ruikt naar bedrog.
Het bed kan allerlei vormen aannemen, van gestapelde kartonnen dozen in de armoelanden tot luxueuze hemelbedden voor sommige gelukkigen in onze streken. Het bed is er ook in allerlei maten. Wie wel eens in Frankrijk in een goedkoop hotel in een tweepersoons bed heeft geslapen weet dat het nauwelijks breder is dan ons eenpersoons bed. In een luxe hotel is het bed eerder ruim, zeg twee meter breed met een matras met metalen veren, het springveren matras.
Wat voor kleren je aanhebt in dat bed hangt ook veel af van de temperatuur in de slaapkamer. Als die netjes geregeld is op een aangename temperatuur kun je het je veroorloven geen kleren te dragen. De aangename temperatuur trekt ook allerlei ongenode gasten aan, kruipers en vliegers, oudere matrassen zitten er vol mee.
Vroeger waren slaapkamers en bedsteden onverwarmd en droeg je een slaappak of een nachtjapon en een slaapmuts. Drie bedsteden waren er, één voor de ouders en de baby, en twee voor de kinderen, één voor de jongens en één voor de meisjes.
De woorden slaapmuts, slaapkop of slaper hebben nu in het dagelijks gebruik een duidelijk negatieve betekenis, slapen wordt gezien als verloren tijd. Dat is het niet, je hersens hebben rust nodig om zich te herorganiseren. Maar blijkbaar kun je je hersens dwingen het hergroeperen te versnellen zonder dat het leidt tot ernstige schade. Men weet dit blijkbaar en vandaar de slechte reputatie van langslapers, een langslaper is een luilak.
Je kunt ook een deel van je lichaam laten slapen, voornamelijk de ledematen. Dit kan je overkomen als je lang achter elkaar in dezelfde houding ligt of zit en daarbij een bloedvat of een zenuw afklemt. De medische wetenschap noemt dit paresthasie en neuropathie, het is beter ervoor te zorgen dat het je niet overkomt.
Onverbrekelijk verbonden met de slaap is de droom. Natuurlijk zijn er dagdromers. Maar een bezoek aan dromenland breng je meestal ’s nachts. Alle dingen die in je leven fout gaan of zijn gegaan komen goed in dromenland. Het meisje dat je heeft afgewezen blijkt ineens dol op je te zijn en ze vindt het vanzelfsprekend dat je blijft slapen, zonder slaappak en dan kan er ineens van alles gebeuren.
Toch is het niet alles goud dat blinkt in de droomwereld, er bestaan ook nachtmerries. Wat de paarden ermee te maken hebben begrijp ik niet goed, het zou kunnen zijn dat je een nachtmerrie krijgt als je te paard naar dromenland reist. Hoe dan ook, er treden nogal eens lieden op die het op je portemonnee voorzien hebben of je anderszins belagen, niet zelden wordt er gevochten, de dromer schreeuwt en slaat wild om zich heen.
Ik kijk op de klok en zie, ik moet eindigen, ik moet zelf op reis naar dromenland. Ik ga op zoek naar een land zonder corona.