Sommige mensen denken dat de farmaceutische industrie zich tot taak gesteld heeft pillen te fabriceren, die zieke mensen weer gezond maken. Dit is een misvatting. Het doel van de farmaceutische industrie is pillen te maken waar veel aan verdiend wordt.
Dat kan op twee manieren. Pillen maken die voor een hoge prijs kunnen worden verkocht of pillen maken met een kleinere marge, maar met een reusachtige omzet. Het fijnst zijn pillen die aan beide voorwaarden voldoen.
Hoewel veel moderne mensen lijden aan een aantal kwalen zijn er toch altijd nog meer gezonde mensen dan zieke. De nieuwste uitvinding van de pillenindustrie is dus pillen verkopen aan gezonde mensen, pillen die voorkomen dat je ziek wordt. Aan de pillen die het cholesterol gehalte in het bloed verlagen zijn miljarden verdiend. Niet doordat mensen met hartproblemen ze gebruikten, maar omdat mensen met een hoog cholesterolgehalte in het bloed die verder niets mankeerden is aangepraat ze uit voorzorg te slikken. Het bewijs dat dit enig nut zou hebben is zeer omstreden maar de pillendraaiers hebben er vele miljarden aan verdiend.
De pillenindustie laat veel onderzoek tegen betaling uitvoeren door ‘onafhankelijke’ instellingen zoals universiteitslaboratoria. Voor de professor vaak een leuke aanvulling op zijn inkomen dat veel te wensen overlaat en niet kan tippen aan het inkomen van succesvolle beroepsvoetballers en bankiers. Het gaat om gericht onderzoek, de pillenindustrie beslist wat het resultaat moet zijn. Vervolgonderzoek komt er alleen als de gewenste resultaten worden gevonden. Over onafhankelijk gesproken!
Veel belangstelling van de pillenindustrie hebben ook pillen tegen ongesteldheden zoals verkoudheid, menstruatie, overgang, oud worden, oud zijn, etc. Het aantal potentiële kopers is enorm, op het nachtkastje van ouderen staat tegenwoordig een ruime sortering aan pillen die ten- minste een maal per dag moeten worden ingenomen.
De andere uitersten zijn de ernstige maar zeldzame ziektes, waaraan wereldwijd slechts enige duizenden mensen lijden en soms sterven. Het zal duidelijk zijn dat de pillenindustie geen belangstelling heeft voor onderzoek naar geneesmiddelen voor dit soort ziektes. Onderzoek is dus alleen mogelijk als de overheid het betaalt.
Wie nu denkt dat ik pleit voor staatseigendom van de pillenindustrie vergist zich, daarvan wordt het allemaal nog duurder.
Ik zou willen dat patiënten leerden van hun artsen niet altijd een recept voor pillen te verlangen.
Ik zou willen dat artsen wat vaker geen pillen zouden voorschrijven. In plaats daarvan zouden artsen het impopulaire advies moeten geven te stoppen met roken, minder (vet) te eten, minder alcohol te drinken en meer te bewegen.
Ik zou ook willen dat artsen wat meer afstand namen tot de pillenindustrie en zich niet door hen lieten belonen voor ‘goede’ diensten.
Ik zou willen dat de levensmiddelen industrie stopte met het verkopen van gezondheid. Gezegd zou moeten worden dat margarine gemaakt wordt uit plantaardige oliën door de onverzadigde verbindingen die daar in voorkomen te hydreren, dat is verzadigen met waterstof, zodat het product smeerbaar wordt. Wie onverzadigde verbindingen wil eten kan dus in plaats van margarine op zijn boterham te smeren beter wat plantaardige olie op zijn brood druppelen zoals de mediterrane mens doet.
Ik zou willen dat geneesmiddelen, die zijn toegelaten voor mensen, niet gebruikt zouden mogen worden in de bio-industrie. Om ziektes bij de dieren te voorkomen, niet eens om ze te bestrijden worden reusachtige hoeveelheden antibiotica gevoerd aan kippen, varkens en kweekvissen. Op die manier krijgt de mens ongewild zoveel antibiotica binnen, die ze als ze nodig zijn als hij ziek wordt, niet meer werken, de bacteriën zijn resistent geworden.
En ik zou willen, dat bij de toelating van nieuwe medicijnen niet alleen zou worden gelet op de potentiële schade, die het middel kan aanrichten, maar ook op de verhouding tussen de kosten en het te verwachten gunstig effect, dat de nieuwe pil zou kunnen hebben.
Johannes Tegendraedt