Ik heb gisteren in Amsterdam Opa Van der Steen ontmoet zegt mijn neef Tegendraedt tegen me op een verjaardagspartijtje. Ik heb hem, ging hij verder, vorig jaar leren kennen in Singapore. Ik was daar toen voor de firma. Ik logeer in Singapore altijd in hotel De Lotusbloem waar de firma de suite op de bovenste etage voor mij reserveert. Na aankomst dronk ik een borreltje in de bar van mijn hotel. Achter mij werd Nederlands gesproken.
We zijn hier nog minstens zes maanden, zei een stem. Ik draaide me om en zei:
Zo, dat is een hele tijd.
Kijk nog een Nederlander in Singapore, zei de stem, bent u hier voor zaken?
Ja, zei ik, ik ben Theodoor Tegendraedt, ik moet de financiering van een project regelen en wat brengt u hier?
Wij bouwen olietanks op opgespoten land, dat is onze specialiteit, ervoor zorgen dat ze rechtop blijven staan. Wij zijn Joop en Wim, die oudere heer daarginds, die met dat mooie Chinese meisje staat te praten is Opa, hij is de baas. Vandaag is zijn verjaardag, we eten hier om dat te vieren.
Opa en het meisje komen onze kant op en Joop zegt: Opa, dit is meneer Tegendraedt een Nederlander, die hier is voor zaken.
Gefeliciteerd met Uw verjaardag zeg ik.
Dank U, zin om mee te eten, de keuken is hier heel goed.
De maaltijd wordt heel gezellig, vooral door het Chinese meisje, dat Anna wordt genoemd. Anna bestelt het eten, Anna maakt grappen in gebroken Nederlands, Anna betaalt de rekening en Anna is het zonnetje aan tafel.
Wie is Anna? vraag ik Opa na de maaltijd.
Wij wonen niet in dit hotel, zegt Opa, maar in een groot appartement aan de overkant. Anna doet het huishouden, maakt schoon, wast onze kleren en slaapt met mij.
Hoe komt u aan haar?
Ik heb haar letterlijk van straat gehaald. Ik vond haar op een avond zittend langs de kant van de weg, ze huilde. Een klant had haar ruw behandeld en was weggelopen zonder te betalen. Ik heb haar meegenomen en op de bank laten slapen. De volgende morgen heb ik haar in de kliniek laten onderzoeken en ze bleek helemaal gezond. Toen heb ik haar opgenomen. Ze zingt nu de hele dag.
Wat doet u nu over zes maanden als u teruggaat naar Nederland?
Geen twijfel over, Anna gaat mee.
Heeft u geen vrouw en kinderen, vraag ik
Ik ben getrouwd en ik heb twee studerende kinderen thuis. Ze wennen er maar aan.
Het moet meer dan een jaar geleden zijn, maar ik herkende Opa Van der Steen gisteren direct, ging mijn neef verder.
Hallo Opa, zei ik, staan de tanks in Singapore nog rechtop?
Prima, zegt hij, zullen we samen een biertje drinken?
Hoe gaat het met Anna?, waag ik na het tweede biertje.
Ze is met me meegegaan naar Nederland. De eerste reactie van mijn vrouw was: Zij eruit of ik eruit!
Je moet weten dat mijn vrouw een drukke eigen zaak heeft. Ze komt op ongeregelde tijden thuis en in huis heersten soms chaotische toestanden. En, we hadden al gescheiden slaapkamers, want ze had ook niet zoveel zin meer in seks.
Met de komst van Anna veranderde alles, het huishouden liep op rolletjes. De kinderen werden na het college ontvangen door iemand die niet zoveel ouder was dan zij, met een lach en een kop thee, ze waren al snel dol op Anna. Toen mijn vrouw aankondigde te willen vertrekken zeiden de kinderen: Wij blijven bij Papa en Anna.
Toen heeft mijn vrouw zich bedacht, Anna is er nog steeds, mijn vrouw is aardig voor haar en ik heb het gevoel dat ze blij is met de nieuwe situatie en Anna in gedachten heeft aangenomen als een soort derde kind.
Weet je Theodoor zeg ik tegen mijn neef, ik moet bij het verhaal over Opa Van der Steen erg denken aan de steeds weer terugkerende opmerking van de presentator van een cursus onderhandelen, die ik gevolgd heb: There always is a better deal for both.
Johannes Tegendraedt