Ieder jaar wordt ’s zomers in Utrecht het festival van de oude muziek gehouden. Wat nu precies oude muziek is werd niet vermeld, de belangstellenden wisten dat wel. Dit jaar hebben ze iets bijzonders bedacht, oude muziek is muziek geschreven tussen 1579, het jaar van de Unie van Utrecht en 1713, nu 300 jaar geleden, het jaar van de Vrede van Utrecht.
De Unie van Utrecht markeert het ontstaan van Nederland als staat door samengaan van een aantal gewesten in het huidige Nederland en Vlaanderen. Een dergelijk verdrag was in 1579 zeer progressief, een uiting van de levendige geest die toen in deze gebieden heerste. Nederland was een land dat meetelde in Europa. In deze samenhang is het goed je te realiseren dat de Italiaanse eenheid pas in 1861 en de Duitse eenheid in 1871 bereikt werd.
De vrede van Utrecht is een ander verhaal. In 1713 was Nederland in Europa afgezakt tot onbeduidendheid, de vredesbesprekingen waren in Nederland omdat Nederland niet langer mee telde, ongevaarlijk was, zoals Brussel de hoofdstad van de Europese Unie werd en niet Londen, Parijs of Berlijn.
In de tijd van de oprichting van de Nederlandse staat was de functie van een staat nog veel beperkter dan nu, het doel was de bescherming van de burgers tegen gevaren van buitenaf van een staat die zijn burgers verzorgde, was toen nog geen sprake.
Sinds de tijd dat St Maarten, de beschermheilige van Utrecht, op zijn paard met zijn sabel een stuk van zijn jas snijdt voor een kleumende bedelaar is er veel veranderd.
Mijn oom Tegendraedt studeerde medicijnen in Utrecht. Na een avond met veel alcohol vonden ze dat het standbeeld van St Maarten op het Janskerkhof versiering behoefde. Wat lege flessen waren snel gevonden en werden met de broekriemen van de deelnemers aan de expeditie aan de kop van het paard bevestigd.
Twee passerende agenten vonden een en ander ongepast en de deelnemers aan de expeditie werden gesommeerd hen naar de politiepost te volgen. Op de tocht naar de politiepost passeerden de agenten met hun arrestanten de ingang van de sociëteit. Gewaarschuwd door voortvluchtige expeditieleden stonden alle aanwezigen buiten en wilden op het moment dat de agenten met hun arrestanten voor de deur waren opeens naar binnen zodat de agenten naar binnen werden geperst.
Binnen verontschuldigde de praeses van het sociëteitsbestuur zich bij de agenten voor het ongemak en bood hun een biertje aan. Dat werd aanvaard waarna velen zich geroepen voelden om ook een biertje aan te bieden.
Dit leidde ertoe dat tegen het ochtendgloren twee ladderzatte agenten door een groep studenten, die luidkeels de voortreffelijke billen van Marietje bezongen, werden afgeleverd op de politie post. De commandant was ‘not amused’
Behalve studentenstad is Utrecht ook bisschopsstad. Het centrum wordt gedomineerd door de domtoren en dat deel van de Domkerk dat na een felle storm in 1674 bleef staan. Rondom de Domkerk lagen vier andere kerken in de vorm van een christelijk kruis, de Pieter, de Paulus, de Maria en de Janskerk. Veel is er niet meer van over.
Tot voor kort werd serieuze muziek in Utrecht uitgevoerd in het Muziekcentrum op het Vreedenburg. Dit muziekcentrum wordt nu verbouwd. De prachtige grote zaal, in de vorm van een achthoek waar het publiek op een amfitheater om het orkest zit, mag blijven, maar de rest verdwijnt. In plaats daarvan komt een zaal met 2000 zitplaatsen speciaal voor ‘gitaarrammers’, ‘microfoonkussers’ en ‘echomachines’.
De verheffing van de arbeidersklasse waarover in de vorige eeuw zoveel te doen was is in financieel opzicht aardig gelukt. De intellectuele verheffing echter laat te wensen over. Popmuziek en schreeuwen op de voetbaltribune, dat is het wel. Belangrijk is ook dat de mobiliteit tussen de klassen is vergroot. Dit heeft als voordeel dat er tussen de arbeiders weinig miskende genieën rondlopen en als nadeel dat cultuurlozen in de besturen zijn doorgedrongen. Dus worden er poppodia en voetbalstadions gebouwd en geen concertzalen.
Johannes Tegendraedt.