Mijn vader ging met vrouw en kinderen ’s zomers naar Noordwijk. Wij namen onze intrek in Huis ter Duin, waar zij ieder jaar hun kennissen ontmoeten. Het diner ’s avonds duurde eindeloos, gelukkig aten wij kinderen apart, met mademoiselle en werden door haar naar bed gebracht.
Wij vonden de hoge golven prachtig en samen met vader spartelden we in zee. Moeder keek toe vanuit een strandstoel. Ik heb haar nooit in badkleding gezien, zij was bang dat haar mooie blanke huid zou verkleuren.
Ik ben met mijn kinderen niet meer naar Noordwijk gegaan, het was er te druk geworden. In plaats daarvan gingen wij ’s winters met vakantie, skiën in Zwitserland. Mijn kinderen zijn goede skiërs geworden. Maar nu skiën ze niet meer, het is ook op de pistes te druk geworden.
Zij gaan naar Japan, daar is het ’s zomers erg rustig want alle Japanners genieten van de goede koers van de Yen en zijn in Amsterdam of Venetië. Omdat de reis naar en in Japan niet zo geschikt is om je kinderen mee te nemen, zijn mijn kleinkinderen in de vakantie bij mij. Dat is niet zo eenvoudig want zij worden nauwelijks opgevoed, mijn kinderen en hun partners hebben drukke werkzaamheden en weinig tijd voor de opvoeding van hun kinderen
Het kost mij dan ook de grootste moeite om enige belangstelling bij hen op te wekken voor bordspelen zoals ganzenborden en monopoly. Ook knikkeren, touwtje springen en hinkelen boeien hen niet. Zij hebben een tablet bij zich. Daarmee bellen ze iedere avond met de ouders in Japan om hun wedervaren van de dag te vertellen. Op deze apparaten doen ze ook spelletjes, niet gezamenlijk maar ieder voor zich. Hoogstens vergelijken ze de uitslag met elkaar, wie heeft de meeste punten gescoord.
Opa mag het ook proberen, maar tot groot vermaak van de kinderen brengt hij er niets van terecht. Hij raakt vaak, onbedoeld, met zijn dikke vingers twee knoppen tegelijk aan en dan krijg je veel strafpunten.
Ik merk wel dat veel van de spelletjes zich bezig houden met mensen die andere mensen achtervolgen, slaan, doodschieten, vernietigen, en alles met een luchtigheid alsof het niets voorstelt.
Ach Opa, het is toch maar een spelletje, wie het meest raak schiet heeft gewonnen.
Ik besluit ze ’s avonds een film over de tweede wereldoorlog met historische beelden en echte doden te laten zien. Ze vinden er niets aan.
De volgende dag gaan we naar de dierentuin. De krokodillen en de alligators scoren niet, griezels en engerds zijn het. De vogeltjes die vrij rondvliegen in het vogelhuis scoren wel, maar het interessantst zijn de apen. Een aap die op zijn akkertje een banaan pelt en opeet wordt toegejuicht. Net mensen! Als een andere aap een jongetje dat zich te dicht bij het hek waagt bij de haren pakt en tegen het hek aanrukt waarna het bloed van het voorhoofd van de jongen stroomt, dan wordt de mening herzien, misschien zijn apen toch niet zo leuk.
De maaltijden zijn een ramp. Tevergeefs proberen wij hen interesse bij te brengen voor lekkere happen, zij houden van macaroni met ham en kaas, patat met dipsaus en appeltaart met slagroom uit de spuitbus. Ze schoffelen alles snel naar binnen en dan vragen ze Opa mogen we een ( computer) spelletje doen? Het deed mij erg denken aan de maaltijden met mademoiselle. Wij zullen als kind ook wel niet veel bijzonders hebben gegeten en toch heb ik mij tot een smulpaap ontwikkeld.
Maar als ze dan na twee weken terug gaan naar hun ouders hebben wij een paar dagen nodig om bij te komen.
Johannes Tegendraedt